erfgoedobject

Architectenwoning Fernand Brunfaut

bouwkundig element
ID
201212
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201212

Juridische gevolgen

Beschrijving

De indrukwekkende interbellum villa van Fernand Brunfaut met omringende tuin werd in 1931-1932 opgetrokken in modernistische stijl naar ontwerp van Maxime Brunfaut en uitgebreid door zijn vader Fernand in 1936.

Hoewel de woning werd gebouwd in twee fasen en door twee architecten vertoont ze een opvallend homogeen uitzicht van verspringende horizontale en verticale kubusvormige volumes onder platte daken. Het linkergedeelte in gele baksteenbouw werd in 1931-1932 door Maxime Brunfaut ontworpen als buitenverblijf voor zijn ouders.

Context

De aanvankelijke idee van Maxime Brunfaut om een "kernbau" op te trekken die naar gelang de behoeften kon worden uitgebreid, had hij onder druk van zijn vader moeten laten varen. Geheel tegen zijn principes ontwierp hij een rijke burgerwoning met bijhorend interieur en meubilair, dat hij later zou bestempelen als "het manifest van de rijke parvenu". Circa 1936 breidde Fernand de woning uit om er permanent te gaan wonen (kadastraal geregistreerd in 1937). Het nieuwe gedeelte met onder meer een ruim architectenbureau, eet-, slaap- en bediendekamers, strekte zich rechts uit van de bestaande woning en werd afgewerkt met langgerekte geglazuurde tegels, dezelfde die ongeveer gelijktijdig door Maxime voor het "Sanatorium van Tombeek" (1934-1937) werden gebruikt. Naar eigen zeggen heeft Maxime nog de voorgevel ontworpen –vermoedelijk met kleine aanpassingen aan de bestaande inkompartij (zie mutatieschetsen 1933/7 en 1937/29)- maar werd de rest van de uitbreiding door zijn vader getekend. Als reden haalt Maxime zijn drukke bezigheden te Tombeek aan, maar waarschijnlijk speelde zijn afkeer van de verdere verburgerlijking van zijn vader evenzeer een rol. Na zijn reis naar de Sovjet-Unie in 1933 weigerde hij immers terug te keren naar de woning in Meise en ging opnieuw in Laken wonen (De Smet de Naeyerlaan 579), waar ook hun kantoren gevestigd waren.

Voor de afwerking van het exterieur en interieur deden vader en zoon een beroep op kunstenaars en ambachtslui die ze kenden van vroegere opdrachten. Het figuratieve bas-reliëf naast de inkomdeur is van Dolf Ledel (1893-1976) die onder meer in 1930 het redactiegebouw van "Le Peuple", in 1931 de hoofdzetel en in 1931-1933 twee appartementsgebouwen van de "Sociale Voorzorg" van allegorische bas-reliëfs voorzag.

Het meubilair ontworpen door Maxime werd uitgevoerd door Charles van Beerlere, ontwerper en uitvoerder van het meubilair van "De Vooruit" te Gent in 1930. In tegenstelling tot "De Vooruit" deed het buismeubel zijn intrede in "Villa Brunfaut". Ook de merkwaardige mozaïekvloer in de inkomhal vertoont sterke gelijkenis met de mozaïekvloer in de lokettenzaal van "De Vooruit", de uitvoerders zijn echter niet gekend.

In het begin van de jaren 1980 kochten de huidige eigenaars de zwaar verwaarloosde villa van erfgenaam Maxime. De woning werd grondig gerenoveerd met groot respect voor en met zoveel mogelijk behoud van de oorspronkelijke elementen. Ze werd met minimale ingrepen omgevormd tot een dokterspraktijk. Wegens de zeer slechte toestand van de metalen vensters konden jammer genoeg enkel deze van de inkomhal en het architectenbureau behouden blijven. De woning werd aan de achterzijde uitgebreid met een betonnen veranda ontworpen door architect Eric Geens, docent aan de Hogeschool Sint-Lucas.

Beschrijving

De vrijstaande modernistische villa situeert zich op een licht hellend, rechthoekig perceel van circa 19a en strekt zich uit over bijna de totale breedte van het terrein. De grote voortuin is ingedeeld in verschillende niveaus, afgeboord door lage bakstenen muurtjes die tevens ook de inrit naar de keldergarage, de trappenpartij naar de voordeur en het hellend vlak naar de praktijkruimten afboorden. In de achtertuin zijn de twee dominant aanwezige rode beuken te vermelden.

De villa wordt gekenmerkt door een krachtig samenspel van verspringende en in elkaar schuivende kubusvormige blokken afgewisseld met afgeronde volumes, onder platte daken en dakterrassen. Het linker woongedeelte is opgetrokken uit baksteenbouw, het rechterdeel met architectenbureau is afgewerkt met geglazuurde keramiektegels.

Het horizontalisme wordt versterkt door de smalle plint, de - al dan niet omlopende - bandvensters, balkons en daklijsten. Het contrasterende verticale element, de trapkoker met erboven bediendekamers, is zoals vaak in het Belgische modernisme geen uiting van functionaliteit maar een zuiver element in het volumespel. Op de begane grond wordt dit gesloten en vooruitspringende bouwblok opengewerkt door een beglaasde halfronde uitbouw onder een betonnen luifel die manifest doorgetrokken wordt tot aan de rechterzijgevel waar ze uitmondt in een afdakje op slanke zuiltjes die de praktijkingang overdekt. De hoofdingang is gesitueerd naast de halfronde uitbouw en wordt gemarkeerd door het enige decoratieve element van de villa: een bas-reliëf van een naakte man gesigneerd "Dolf Ledel".

Het linkergedeelte van de villa is volledig onderkelderd waarin ook een garage, en bevat op de gelijkvloers één grote leefruimte en achter de traphal, de keuken. Het rechterdeel wordt gedomineerd door het voormalige architectenbureau, deels onder plat dak en voorzien van een gevelbreed venster, waarboven een groot, blind gevelvlak opduikt afgewerkt met geglazuurde keramiektegels. Aan de tuinzijde voorzag Fernand een ruime eetkamer speels uitgewerkt door middel van een halfronde uitbouw onder plat dak dat tevens dienst doet als terras voor de bovenliggende slaapkamer.

Het rijkelijk uitgewerkte interieur en bijhorend meubilair in art deco bleef vrijwel intact bewaard en werd door Maxime op het einde van zijn leven nog steeds met lovende woorden omschreven als "een prachtig interieur in de Louis XIV van de jaren dertig".

Het voormalige architectenbureau van Fernand situeerde zich aan de voorzijde van de woning rechts van de inkomhal, en had een officiële ingang aan de zijgevel. De sobere, rechthoekige ruimte met verlaagd vloerniveau wordt verlicht door een gevelbreed venster bestaande uit dubbele metalen vensters. In vergelijking met de eerste bouwfase is de ruimte slechts spaarzaam voorzien van decoratieve elementen. De witte marmeren treden naar de inkomhal en praktijkhal worden omgeven door lage muurtjes met zwarte marmeren bekleding. De praktijktoegang wordt extra geaccentueerd door een breed, zwart marmeren kader die oorspronkelijk via een haakse zwarte marmeren plaat een eenheid vormde met het bureaumeubel. L-vormig bureau uit notenwortelhout met verstelbaar tekenblad wordt elders in de woning bewaard.

De kamerindeling op de verdiepingen bleef behouden, de badkamer werd echter vernieuwd. De enige slaapkamer in wortelnotenhout werd omwille van plaatsgebrek gedemonteerd en wordt elders gestockeerd.

  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Meise: 1933/7 en 1937/29 en eigendomsregister.
  • AUBRY F., VANDENBREEDEN J. & VANLAETHEM F. 2006: Architectuur in België. Art nouveau, art deco & modernisme, Tielt.
  • CELIS. M & VAN BOSSCHE H. 1982: De redactie en drukkerijgebouwen van "Vooruit" en "Le Peuple" (architecten Fernand en Maxime Brunfaut). Twee merkwaardige realisaties uit de dertiger jaren te Gent en Brussel, in Monumenten en Landschappen, jaargang 1, nummer 5, juli, Gent, 8-23, 54.
  • DEVOS P. 2005: Interbellumarchitectuur in Ronse, Gent.
  • LAGAE J. 2001: Brunfaut Fernand (1886-1972), Gaston (1894-1974), Maxime (1909) (Horta and after. 25 Masters of Modern Architecture in Belgium, 2de herziene uitgave), Gent, 132-143.
  • S.N. 1998: Architectuur in het interbellum, in Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, jaargang 36, nummer 2, Gent.
  • S.N. 1986: Musee des Archives d’Architecture Moderne. Collections, Brussel, 122-124 en 136-140.
  • VAN LOO A. 2003: Repertorium van de Architectuur in België van 1930 tot heden, Antwerpen, 182-184.
  • WAMBACQ J. 2008: Het paleis op de heide – Architect Maxime Brunfaut en het sanatorium van Tombeek, uitgave in voorbereiding, te verschijnen in 2008 bij Amsab, Gent.
  • S.N. 2004: De Brunfauts. Sociaal bewogen architecten, tentoonstellingscatalogus digitale uitgave, Brussel.

Bron: Beschermingsdossier DB002281
Auteurs: Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De restauratie van het exterieur gebeurde naar ontwerp van SVR-Architects nv van 2012.

  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Restauratiedossier Villa Brunfaut, Archief doos 43.43.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Fernand Brunfaut [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201212 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.