erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Rita

bouwkundig element
ID
201410
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201410

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Rita
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Rita
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Ritakerk
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Parochie- en bedevaartkerk, toegewijd aan Sint-Rita. Georiënteerde kerk met ten zuidoosten gelegen sacristie. Uitzonderlijke, modernistische kerk in geplooide betonschaal, gerealiseerd tussen 1961 en 1968 naar ontwerp van architecten Stynen en De Meyer in samenwerking met het studiebureau van professor-ingenieur Paduart.

Opvallende constructie gelegen in een grasperk op de hoek van de Julius Sabbe- en de Hippodroomstraat. Vóór de kerk staan aan weerszijden van het portaal enkele lindebomen. Het kerkplein is verhard met grote, ongelijke betontegels. Ten zuiden van de kerk staat de pastorie (nummer 43), opgericht circa 1953 door architect Vlieghe uit Harelbeke in opdracht van het stadsbestuur.

Historiek

Aangezien het voormalige gehucht Zandberg in de jaren 1950 geleidelijk aan groeit tot een zelfstandige gemeenschap, rijst de vraag naar een eigen kerk. Vermoedelijk wordt voordien de kapel van de in 1931-1932 gebouwde school langs de Zandbergstraat (nummer24) gebruikt. In 1952 geeft het stadsbestuur van Harelbeke dan toch de opdracht voor de bouw van een parochiekerk die tevens zou dienen als bedevaartkerk van Sint-Rita.

De eerste plannen - onder meer die van 1954 en van 1958 van De Meyer en Meekens - worden telkens weer op slechte kritiek onthaald door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Pas in 1960 wordt het ontwerp van de Antwerpse architect Léon Stynen, bijgestaan door architect Paul De Meyer, goedgekeurd.

Léon Stynen (1889-1990) behoort tot de belangrijkste vertegenwoordigers van het modernisme in België. De 'Exposition internationale des Arts décoratifs et industriels modernes' in Parijs in 1925, waar hij sterk onder de indruk is van het Pavillon de l'Esprit nouveau, betekent een keerpunt in zijn oeuvre. Hij verdiepte zich in de avant-garde, met name in de ideeën van Le Corbusier, en wou die op zijn eigen manier in de Belgische situatie verwezenlijken. Zijn na-oorlogse productie realiseert hij grotendeels in samenwerking met Paul De Meyer (° 1922). De kerk van Harelbeke is één van zijn laatste realisaties en een voorbeeld van verfijnd brutalisme, bedoeld als hommage aan Le Corbusier.

De werken starten in 1961; ze worden ter plaatse opgevolgd door architect André Vlieghe en uitgevoerd door aannemer Vandekerckhove uit Ingelmunster. Bij het bouwen werd een speciale betonneringstechniek gebruikt, met bekisting in gebakeliseerde platen voor de gladheid van het beton. Kort na de aanvang worden de werken terug stilgelegd omwille van technische moeilijkheden die pas opgelost worden na een nieuwe betonstudie van professor-ingenieur André Paduart, de belangrijkste constructeur van dunne betonschalen in België.

Volgens een gedenkpaneel binnenin de kerk "... EERSTESTEENLEGGING EN KLOKKENWIJDING/ DOOR MGR. DEKEYZER OP 27.6.64/ GEBOUWD IN OPDRACHT VAN HET STADSBESTUUR/ VAN HARELBEKE ONDER BURG. G.J. LANNEAU EN/ MEDEBEKOSTIGD DOOR DOMUS DEI EN/ HET ST. RITAKOMITEE, VOORZ. J. DECOCK./ ARCHITECTEN L.M.J.R. STIJNEN EN P. DEMEYER/ BIJGESTAAN DOOR ARCH. A. VLIEGHE/ AANNEMER GEBR. G. EN IR. J. VANDEKERCKHOVE/ BOUWPASTOOR ELIAS DUPON/ KAPELAAN ANT. BAERT".

De kerk kan meteen op veel bijval rekenen onder meer in het gerenommeerde tijdschrift 'Architecture' waarin het reeds vóór de ingebruikname door Paduart wordt beschreven als "une réussite, produite par l'alliance de la science et de l'art qua doit nécessairement former toute bonne architecture". Het tijdschrift drukt ook de resultaten van de studie van Paduart af. In 1990-1991 is een betonrestauratie uitgevoerd waardoor de oorspronkelijke kleur van het beton is verloren gegaan.

Beschrijving

Kerk in de vorm van een schuin afgeknotte kegel die via een lang, smal gangvolume verbonden is met de sacristie. Kerkgebouw afgedekt door een schuin, glazen dakvlak dat door zijn positie licht reflecteert in de hele kerk. Portaal bestaande uit een vlak afdak dat steunt op betonnen zijmuren, met centraal vrij slanke, zwart geschilderde vleugeldeuren.

De plattegrond ontvouwt een onregelmatige zeshoek met een diameter van 30 meter. Het concept van de kerk is sterk beïnvloed door het ideeëngoed van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), dat plaats vond tijdens de bouw van de gebedsruimte. Algemeen is toen gepleit voor een versobering binnen de beleving van het kerkgebeuren, voor een terugkeer naar de oorsprong van de kerkleer. Stynen heeft de kerk dan ook letterlijk opgevat als een woontent voor God te midden van zijn volk, een liturgieruimte rond de tafel van de Heer. Met moderne middelen heeft hij getracht de middeleeuwse eenvoud zo dicht mogelijk te benaderen. De hoge ruimte, de lichtwerking en het verticaliserende effect herinneren aan de gotische kathedralen. De kerk is oostwaarts georiënteerd, ook al is het altaar centraal in de kerk opgesteld. Deze opstelling impliceert dat men zich kan wenden tot een grote groep gelovigen of tot een kleine groep, als het ware in de sfeer van de "weekkapel".

De architectuur drukt duidelijk de intentie om een gesloten ruimte te creëren die, door zijn vorm, afmetingen en lichtinval, een indruk van rust en waardigheid geeft. De gang die de kerk met de sacristie verbindt, is een betonnen verbindingsvolume dat intern toegankelijk is of via een pastoorspad van betonplaten. De gang fungeert eveneens als basis voor het klokkenspel van de kerk: een drieledige constructie herbergt drie verschillende klokken.

Materialen. De kerk is opgetrokken in een overtuigende materiaaleenheid, beton, dat duidelijk is gekozen omwille van haar specifieke natuur en haar technische eigenschappen. Het geheel verschijnt in een totale plastische zuiverheid, die duidelijk de structuur weergeeft. Gecreneleerde wanden van gewapend beton (met een dikte van zes centimeter) dat ter plaatse is gegoten, afgedekt door een zelfdragende betonnen dakconstructie. Binnenafwerking van de wanden door middel van licht grijs beschilderde houtwolcementplaten. Vloer in heldere granitotegels (ondanks de keuze van de architect voor een vloer in donker antraciet), die sinds 1981 ter hoogte van het koor zijn afgedekt door een olijfgroen tapijt.

Interieur. Binnenin overweldigende indruk door de schuin opgaande lijnen en het licht hellende vloeroppervlak (twaalf centimeter verschil van de ingang tot aan de koortrap), versterkt door het eenvoudige, als het ware zwevende kruis dat naast het altaar staat opgesteld.

Mobilair. Altaar van gepolijst beton. Tabernakel, staande op een onderstel van gepolijst beton, ontworpen door Paul van Rafelgem. Doopvont van gepolijst beton. Beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen, ontworpen door Marcel Notebaert en uitgevoerd door kunstsmid Adhemar Verdroemme. Beeld van Heilige Rita, eveneens van de hand van kunstschilder Marcel Notebaert. Kruisweg in bas-reliëf ontworpen in expressionistische stijl in 1954 door Firmin Colardyn doch pas in 1981 in de kerk ondergebracht. Beeld van een Christushoofd, ontworpen door Lieven Colardyn. Orgel van 1967 gebouwd door Delmotte uit Doornik.

  • Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed, Archiefnummer W/001524.
  • Archief Technische Dienst Harelbeke, Bouwaanvragen, Harelbeke, 1953/32.
  • Stadsarchief Harelbeke, Oude postkaarten.
  • DECEUNINCK H., DECLERCQ F., MATTON A., Harelbeke, Open Monumentendag, 1996, Harelbeke.
  • ESPION B., HALLEUX P., SCHIFFMANN J., Contributions of André Paduart to the art of thin concrete shell vaulting, in Proceedings of the First International Congress on Construction History, Madrid, 2003, p. 833-834.
  • Harelbeke grafelijke stad, Harelbeke, 2003, p. 164.
  • Konfrontaties in moderne architectuur, Een promenade in en rond Kortrijk, Kortrijk, 1990, p. 42-43.
  • MATTON A., Harelbeke, Open Monumentendag 2002. Symbolen, Harelbeke, 2002.
  • PADUART A., Eglise Sainte Rita à Harelbeke, in Architecture. Revue bimestrielle d'architecture et d'urbanisme, 1966, volume 71-72, p. 336-387.

Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Harelbeke, Deel I: Stad Harelbeke, Deel II: Deelgemeenten Bavikhove en Hulste, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL42, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Orgel

Het nieuwe orgel is van de hand van Georges Delmotte en dateert van 1967.

Auteurs: Roose, Patrick
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Rita [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201410 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.