Het standbeeld voor de militaire en burgerlijke doden van Watou staat centraal op het Watouplein opgesteld.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren Watou en omstreken, met inbegrip van de Franse zijde, een 'rustsector' met legerkampen en tijdelijke barakken voor Belgische vluchtelingen. Er heerste soms een moeilijke verstandhouding tussen Britse militairen en de Belgische bevolking.
Het dorp werd als gevolg van de oorlog een sterk 'nest' van de Frontpartij en latere politieke opvolgers, met als plaatselijke leider Meester Butaye. De V.O.S. (Vlaamse Oud-Strijders) was de sterkste vereniging van oud-soldaten. Getuige van de grote aanhang bij de V.O.S. is het opvallend grote aantal heldenhuldezerkjes op het kerkhof van Watou. In de jaren ’20 werd ook in Watou de patriottische N.S.B. (Nationale Strijders Bond) opgericht als tegenhanger van de V.O.S.
Dit gedenkteken dat de militaire en burgerlijke doden van Watou herdenkt, was een initiatief van de V.O.S. Het werd onthuld op 11 september 1921 tijdens een plechtigheid waarbij het woord gevoerd werd door Dr. Boets, voorzitter van het inrichtend comité, de burgemeester van Watou aan wie het gedenkteken overgedragen werd, Jeroom Leuridan, volksvertegenwoordiger Gust Declercq en meester Butaye, bestuurder van de V.O.S. van het arrondissement.
Het gedenkteken werd ontworpen door de Brugse beeldhouwer Gustaaf Pickery. Gustaaf Pickery realiseerde na de Eerste Wereldoorlog behalve dit gedenkteken in Watou nog oorlogsgedenktekens in Assebroek, Sint-Kruis, Brugge, Lovendegem, Merkem, Beausaint en Maldegem. Vermoedelijk werd het gedenkteken gedeeltelijk afgewerkt door Karel Laloo, die meewerkte in het atelier van Pickery. Pickery, die midden 1920 ziek werd en op 28 februari 1921 stierf, zou de onthulling van dit gedenkteken in ieder geval niet meer meemaken.
Het standbeeld is geplaatst binnen een aangelegd bloemenperk met lage bakstenen muren. Op een hoge, geprofileerde, trapeziumvormige hardstenen sokkel, staat het beeld van een soldaat in wapenrusting, borst vooruit, leunend tegen een zittende leeuw, met opengesperde muil, die zijn poot op een Duitse helm houdt. In de rechterhand houdt de man een revolver, met de linker houdt hij strak voor zich uitkijkend een vaandel op het hart gedrukt, die oorspronkelijk met een leeuwtje was bekroond.
Op de sokkel: op de voorkant bovenaan "1914-1918", in het midden het wapenschild van Watou, uitgehouwen en goudkleurig beschilderde letters, rond het wapenschild: "Sigillum minus paroch. et comit. de Watou", onderaan "Gevallen voor allen door allen geprezen door 't vallen gerezen hoog boven allen !"; op de linkerkant "Dankbare herinnering aan", de namen (met hun plaats en datum van overlijden) gedeeltelijk volgens graad gerangschikt en dan alfabetisch (waarschijnlijk gewone soldaten); op de rechterkant de namen van de soldaten (met hun plaats en datum van overlijden) alfabetisch gerangschikt; op de achterkant de namen van de soldaten (met hun plaats en datum van overlijden) en de namen van de 'burgers' (met hun datum van overlijden), alfabetisch gerangschikt.
H. 410 cm x Br. 150 cm x D. 124 cm
Uitvoering: Gust. Pickery (gesigneerd)
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002438, Oorlogsgedenktekens te Poperinge (DECOODT H., 2009)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2010: Oorlogsgedenkteken [online], https://id.erfgoed.net/teksten/126006 (geraadpleegd op ).
Standbeeld centraal opgesteld op het Watouplein.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren Watou en omstreken, inbegrepen de Franse zijde, een 'rustsector' met legerkampen en tijdelijke barakken voor Belgische vluchtelingen. Er was soms een moeilijke verstandhouding tussen de Britse militairen en de Belgische bevolking.
Watou was een sterk 'nest' van de Frontpartij en latere politieke opvolgers, met als plaatselijke leider Meester Butaye. De V.O.S., de Vlaamse Oud-Strijders, was de sterkste vereniging van oud-soldaten. Tegenhanger was de patriottische N.S.B., de Nationale Strijders Bond. In Watou werd die opgericht in de jaren '20 omdat veel oud-strijders niet meer wilden vergaderen in een lokaal met het beeld van August Borms, die tijdens de oorlog actief had meegewerkt met de Duitse bezetter en na de oorlog tot een nationale figuur was uitgegroeid.
Dit monument, dat de militaire en burgerlijke doden van Watou van de Eerste en Tweede Wereldoorlog herdenkt, was een initiatief van de V.O.S. Het werd onthuld op 11 september 1921 tijdens een plechtigheid waarbij het woord gevoerd werd door Dr. Boets, voorzitter van het inrichtend comité, de burgemeester van Watou aan wie het monument overgedragen werd, Jeroom Leuridan, volksvertegenwoordiger Gust Declercq en meester Butaye, bestuurder van de V.O.S. van het arrondissement.
Het monument werd ontworpen door de bekende Brugse beeldhouwer Gustaaf Pickery (°1862-+1921). Hij was de zoon en de leerling van Hendrik Pickery en realiseerde in hoofdzaak historische en allegorische taferelen in de traditie van de romantiek en in een geïdealiseerde realistische stijl. Hij realiseerde ook verscheidene graftekens. Daarnaast was hij leraar aan de Academie van Brugge en aan een vakschool te Oostende. Hij overleed op 28 februari 1921, vóór de onthulling van het beeld.
Vele namen op het gedenkteken komen terug op de Heldenhuldezerkjes op het kerkhof.
De dorpskom van Watou werd in 1985 als dorpsgezicht beschermd.
Standbeeld geplaatst binnen een speciaal aangelegd bloemperk met bakstenen muren. Op een hoge, geprofileerde, trapeziumvormige hardstenen sokkel, staat het beeld van een soldaat in wapenrusting, borst vooruit, leunend tegen een zittende leeuw, met opengesperde muil, die zijn poot op een Duitse helm houdt. In de rechterhand houdt de man een revolver, met de linker houdt hij, strak voor zich uitkijkend, een vaandel op het hart gedrukt.
Op de sokkel: op de voorkant bovenaan '1914-1918', in het midden het wapenschild van Watou, uitgehouwen en goudkleurig beschilderde letters, rond het wapenschild: 'Sigillum minus paroch. et comit. de Watou', onderaan 'Gevallen voor allen door allen geprezen door 't vallen gerezen hoog boven allen !; op de linkerkant 'Dankbare herinnering aan', de namen (met hun plaats en datum van overlijden) gedeeltelijk volgens graad gerangschikt en dan alfabetisch (waarschijnlijk gewone soldaten); op de rechterkant de namen van de soldaten (met hun plaats en datum van overlijden) alfabetisch gerangschikt; op de achterkant de namen van de soldaten (met hun plaats en datum van overlijden) en de namen van de 'burgers' (met hun datum van overlijden), alfabetisch gerangschikt.
H. 410 cm x Br. 150 cm x D. 124 cm
Uitvoering: Gust. Pickery (gesigneerd)
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2004: Oorlogsgedenkteken [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195913 (geraadpleegd op ).