Burgerhuis volgens bouwaanvraag van 1912 opgericht naar ontwerp van architect Albert-Victor Fobert (zie de signatuur in de plint 'V. Fobert architecte Ostende') in opdracht van bouwheer E. Neirinckx. De uiteindelijke uitvoering wijkt licht van de ingediende bouwaanvraag.

Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen met souterrain onder een zadeldak. Parement van witte geglazuurde baksteen in stapel- en kruisverband, cementering voor de deur- en vensteromlijstingen en als afwerking van de erker, en blauwe hardsteen voor de hoge, decoratief uitgewerkte plint. Geaccentueerde rechter venstertravee met hoger opgaande gevel bekroond door een afgerond topstuk verlevendigd met decoratieve elementen zoals palmetten en festoenen. Op de eerste verdieping een gebogen erker met drie gekoppelde vensters en borstwering met geometrische motieven bekroond door een betonnen balkon met sierlijk ijzeren hekwerk gevat tussen gedecoreerde pijlers. Bel-etage met rondboogvormige vensters met omlijsting en casement op de borstwering. Voor het overige rechthoekige en steekboogvormige vensters waarvan sommige met kroonlijst, keldervensters met sierlijk ijzeren hekwerk. Het oorspronkelijke schrijnwerk met typerende roedeverdeling in de bovenlichten is nog grotendeels aanwezig. Bovenlichten van de keldervensters en de deur met gekleurd glas. Rechthoekige deuropening met rondboogvormig bovenlicht waarin de originele houten vleugeldeur met invulling met glas en ijzeren deurrooster bewaard gebleven is. De oorspronkelijke brievenbus, deurbel, voetschraper en aansluiting voor een buitenkraantje zijn nog aanwezig.

De plattegrond is volgens de bouwplannen opgebouwd volgens het traditioneel schema van een enkelhuis, waarbij op de verhoogde begane grond een salon en eetplaats met balkon aan de tuinzijde geflankeerd worden door de inkompartij en vestibule. Aansluitend op de vestibule bevindt zich een bureau met ernaast een koer, achteraan het perceel bevindt zich een tuin.