Dit magazijn werd in 1891 ontworpen en volgens het kadaster enkele jaren later in 1897 gebouwd, op een perceel dat rug aan rug aansluit bij de woning in de Muinkkaai 8. Het magazijn is opgericht door sigarenfabrikant E. Vanderhaeghen-Vermeire uit Gent. Aannemer François Migom zorgde voor de uitvoering van de plannen. Het pand is verbouwd tot meergezinswoning, zonder evenwel het functionele karakter van de gevel te wijzigen.

Het noordelijke gedeelte van de Hofstraat wordt gekarakteriseerd door enerzijds een oneven zijde die bestaat uit recente appartementsgebouwen, en anderzijds een even zijde die vooral bestaat uit begin-20ste-eeuwse eengezinswoningen van twee tot drie traveeën en een drietal bouwlagen  met zowel bakstenen als bepleisterde neoclassicistische lijstgevels. Het magazijn op nummer 8 valt door zijn lage en zeer brede gevel op in het straatbeeld: het is een voorbeeld van de talrijke achtergebouwen die in de Hofstraat aanwezig zijn. De achtergebouwen vinden we vooral aan de oneven zijde van de straat terug, waar ze horen bij woningen op de Muinkkaai. Aan de even zijde zijn er ook een aantal terug te vinden; het magazijn op nummer 8 is het grootste, en is tevens gespaard gebleven van ingrijpende verbouwingen.

Het magazijn, opgenomen in de rijbebouwing van smalle eengezinswoningen, is opgebouwd uit twee bouwlagen en zeven traveeën onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De sobere lijstgevel heeft een wit gekalkt baksteenparement met knipvoegen, en wordt bovenaan afgelijnd met een houten kroonlijst. Het gevelontwerp in het bouwdossier voorzag een bepleisterde gevel, met fries met verdiepte muurvlakken; gezien het verzorgde voegwerk is hiervan wellicht afgeweken bij de uitvoering. Het pand kent een symmetrische opbouw, met een bredere centrale poorttravee, geflankeerd door telkens drie venstertraveeën. Alle gevelopeningen zijn getoogd met een rollaag, de benedenvensters zijn afgewerkt met een hardstenen lekdrempel. De poortopening is voorzien van hardstenen stootstenen, aansluitend bij de uitspringende, oorspronkelijke wellicht gepekte plint. In elke travee zitten getoogde kelderopeningen, die echter in de linkerhelft van de woning zijn gedicht. Op de gelijkvloerse verdieping is al het originele houten vensterschrijnwerk met T-indeling nog aanwezig, evenals de historische beglazing en houten binnenluiken. Zowel de garagepoort als het raamschrijnwerk op de eerste verdieping zijn recent.

Uit de bouwplannen wordt duidelijk dat dit gebouw in 1891-1897 gebouwd werd als sigarenbedrijf  van E. Vanderhaeghen-Vermeire, die in een midden-19de-eeuwse woning op het aansluitende perceel in de Muinkkaai woonde. Het gebouw heeft een L-vormig grondplan, waarbij het laden en lossen van de goederen in de centrale brede inkomhal achter de garagepoort plaatsvond. In het gebouw werden drie grote magazijnen voorzien: twee achter elkaar liggende in de linkertravee, en één in de minder diepe rechtertravee, die aan straatzijde vooraf wordt gegaan door een bureau en antichambre. Opmerkelijk is dat de centrale gang geen doorrit voorziet tot de achterliggende koer maar dat de achterkant van deze gang een trap bevat met daarnaast een smalle deur naar de grote open koer met toilet. Van de bovenliggende verdiepingen zijn geen bouwplannen beschikbaar, vermoedelijk waren hier meer burelen of atelierruimtes aanwezig.