Dit bescheiden burgerhuis in neoclassicistische stijl, gaat in kern terug tot een woning die in 1861 in het kadaster geregistreerd werd in opdracht van “ondernemer van openbare werken”, Camille Francies Vanderstraeten-Theunissen. De woning werd gelijktijdig gebouwd als de aanpalende (nu vernieuwde) nummer 14 en vormde er vermoedelijk een ensemble mee, namelijk opgevat als twee bescheiden woningen van twee bouwlagen met een identieke dakhelling en nok. Een bouwaanvraag hiervan werd niet teruggevonden in het stadsarchief. Bouwheer Vanderstraeten-Theunissen stond in voor de bouw van meerdere woningen in deze wijk, zoals de woningen Hofstraat nummer 16 en Muinkkaai nummers 10-11 en 12. Vermoedelijk stond hij ook zelf in voor de ontwerpen.

Hoewel de woning in kern tot de oudste bebouwing van de straat behoort, wordt het huidig uitzicht bepaald door een aanpassing die vermoedelijk in het begin van de 20ste eeuw, circa 1910, plaatsvond. Waarschijnlijk werd het pand toen met een bouwlaag opgehoogd en werd tegelijkertijd de gevel aangepast.   

Dit gedeelte van de Hofstraat wordt gekarakteriseerd door een oneven zijde die bestaat uit recente appartementsgebouwen en een even zijde die bestaat uit een heterogene aaneengesloten bebouwing waarbij zowel baksteenarchitectuur als bepleisterde neoclassicistische gevelpartijen dominant zijn. Nummer 12 sluit qua volumetrie aan bij de overige bebouwing.

Rijwoning met enkelhuisopstand van twee traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een dak dat langs de straatkant opgevat is als een plat dak en langs de achterzijde overgaat in een zadeldak met de nok parallel aan de straat. Dit dakvolume wijst ook op de verhoging van het oorspronkelijke volume in het begin van de 20ste eeuw. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel wordt horizontaal geritmeerd door sobere parallelle lijsten ter hoogte van de onder- en tussendorpels. De gevel is opgevat als een brede venstertravee links en een smallere deurtravee  rechts. De hardstenen plint is opengewerkt met twee keldervensters voorzien van een smeedijzeren rooster. De gevel is opengewerkt met enerzijds smalle rondboogvensters- en deur en anderzijds brede korfboogvensters. Het bovenlicht van elke gevelopening is voorzien van een vlakke omlijsting en pseudo-sluitsteen.  De borstwering is versierd met een guirlande. Boven het venster zijn twee muurankers zichtbaar. De bovenste bouwlaag is opengewerkt met twee gekoppelde vensters links. Al het schrijnwerk is vernieuwd.