Deze twee burgerhuizen in neoclassicistische stijl werden in 1861 in het kadaster geregistreerd. De opdrachtgever van nummer 16 was “ondernemer van openbare werken”, Camille Francies Vanderstraeten-Theunissen, die instond voor de bouw van meerdere woningen in deze wijk, zoals de woningen in de Hofstraat nummer 12 en in de Muinkkaai nummers 10-11 en 12. De gelijkaardige nummer 18 maakte deel uit van een ensemble van drie woningen (nummers 18-22), waarvan de linkse vier traveeën (nummers 20-22) ingrijpend werden verbouwd. Deze drie woningen werden opgericht in opdracht van meester kleermaker Pieter Benedikt De Tender, die in de Hofstraat 1 woonde, en ook de bouwaanvragen voor de woningen Hofstraat nummers 32 en 36-38 en Muinkkaai nummers 13 en 16 indiende. De uitvoering gebeurde net zoals nummer 16 door Camille Francies Vanderstraeten-Theunissen. Vanderstraeten-Theunissen zal vermoedelijk ook zelf ingestaan hebben voor de ontwerpen. De woningen behoren tot de oudste bebouwing van de straat.
Dit gedeelte van de Hofstraat wordt gekarakteriseerd door een oneven zijde die bestaat uit recente appartementsgebouwen en een even zijde die bestaat uit een heterogene aaneengesloten bebouwing waarbij zowel baksteenarchitectuur als bepleisterde neoclassicistische gevelpartijen dominant zijn. De woningen nummers 16 en 18 sluiten qua volumetrie aan bij de overige bebouwing.
Twee breedhuizen met enkelhuisopstand van drie traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een pannen zadeldak van een gelijkaardig type, maar met verschillende traveeënindeling. De bakstenen lijstgevels staan op een hardstenen plint en worden bovenaan afgelijnd door een recentere kroonlijst. Nummer 18 heeft een bepleisterd bakstenen parement, nummer 16 is ontpleisterd. Beide gevels zijn opengewerkt met rechthoekige muuropeningen voorzien van afgeronde bovenhoeken en hardstenen onderdorpel die op de tweede bouwlaag is opgevat als een cordon. Bij nummer 18 zijn de muuropeningen op de bovenverdieping voorzien van een geprofileerde omlijsting. De deur is toegankelijk via drie hardstenen treden. Deels behouden schrijnwerk zoals de rolluikkasten bij nummer 18.
Van de interieurindeling zijn geen bouwplannen beschikbaar.
Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Caluwé C. & Janssens K. 2019: Gekoppelde stadswoningen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/362421 (geraadpleegd op ).
Enkelhuizen van samen zes traveeën en drie bouwlagen, volgens bouwaanvraag daterend van 1860. Oorspronkelijk bepleisterd, nummer 18 gedecapeerd, op arduinen plint. Geritmeerd door vensters en deuren met afgeronde bovenhoeken.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Zuid-West, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1979: Gekoppelde stadswoningen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/20397 (geraadpleegd op ).