Het onderkelderde huis op de hoek Hoogstraat nummer 71 en Rasphuisstraat is opgetrokken in neoclassicistische stijl op het einde van de 19de eeuw. Eigenaar en opdrachtgever, brouwer Heughebaert - Van Loo, diende in december 1892 een aanvraag in voor het bouwen van het hoekhuis naar het ontwerp van architect Masereel.
Het huis telt drie bouwlagen onder afgewolfde zadeldaken (pannen). De bepleisterde lijstgevels tellen vier traveeën in de voorgevel, één afgekante hoektravee, en drie traveeën in de Rasphuisstraat. In de gevel is blauwe hardsteen verwerkt voor plint, venster- en deuromlijstingen, cordons en andere decoratieve gevelonderdelen. Een afgevlakte bossage siert de begane grond. De getoogde poort met houten vleugeldeur en bovenlicht is gevat in een geprofileerde arduinen omlijsting en is verfraaid met ijzeren beslag in de vorm van hondenkoppen, voetenschrappers en schamppalen in de vorm van griffioenen. De bel-etage is op neoclassicistische wijze uitgewerkt: pilastertjes flankeren de vensters en dragen een klassiek entablement en in de middentraveeën een gebogen fronton, gesculpteerde panelen verlevendigen de borstwering. In de afgekante hoektravee is een arduinen driezijdige erker met bekronend balkon aangebracht. In de zijgevel is het trapvenster voorzien van een hoog gezandstraald of geëtst glas en een decoratief uitgesneden houten rolluikkast, het venster wordt benadrukt door een gebroken fronton gedragen door composiete pilasters. De achtergevel is zeer eenvoudig en gecementeerd.
In de Rasphuisstraat bevindt zich ook een bijgebouw, voorheen een garage, samen met de thans overdekte binnenplaats tussen het huis en het bijgebouw, bij het huis heringericht.
Het interieur bezit nog de authentieke ornamentering en muurschilderingen in de ruime inkomhal en de diverse vertrekken. Een getoogde poort met vleugeldeur geeft toegang tot de ruime inkomhal die van plinthoogte tot zoldering verfraaid is met figuratieve muurschilderingen in art-nouveaustijl met allegorieën van de kunsten met hun Franse benamingen, respectievelijk Sculpture, Peinture, en Poesie - Musique in een omkadering met zonnebloemen. Links bevindt zich de vestibule, eveneens versierd met wandschilderingen met allegorieën van zonsopgang "Aurore" en zonsondergang "Crépuscule" en met een monumentale trap met opengewerkte ijzeren leuning en houten trappaal, verlicht door een geëtst glasraam uitziend op de Rasphuisstraat. Rechts van de gang bevinden zich twee grote in elkaar overgaande vertrekken met decoratief beschilderde deuren met verzorgd koperen beslag, meer bepaald krukken en sleutelplaatjes, marmeren schouwen in neoclassicistische stijl, parketvloeren en plafondschilderingen, in de eerste kamer met trompe l'oeil met putti, in de tweede kamer met fruitschalen en karaffen. De plafonds van beide kamers en het glasraam in de achtergevel dragen de initialen DP en/of VB, verwijzend naar De Paepe - Van Bambost, eigenaar van 1927 tot 1948. Op de overloop van de eerste bovenverdieping zijn er vijf deuren met gedecoreerde deurstukken met basreliëfs met vrouwenhoofdjes. De kamer in de hoek is afgewerkt met gesculpteerde eikenhouten lambriseringen met daarboven beschilderde wandtapijten, met pastorale taferelen in 17de-eeuwse stijl van herbergen met feestende en dansende figuren. De tweede bovenverdieping is sober en functioneel ingericht. Ook de zolder is in gebruik als bibliotheek.
