Herenhuis met 19de-eeuwse straatgevel en vermoedelijk een oudere kern. Reeds op het einde van de 16de eeuw staat hier de herberg "Sint-Jooris", die in de periode 1707-1807 de gelijknamige schuttersgilde vestigt. In het tweede kwart van de 19de eeuw is de woning met magazijn achteraan het perceel volgens het kadaster eigendom van herbergier Bernard De Coninck. In 1878 laat Francisca Yserbit, weduwe van Leo Deconinck, de woning vergroten, in de tuin een vrijstaande tabaksfabriek bouwen en het magazijn achteraan afbreken. In 1909 wordt een kleine uitbreiding uitgevoerd aan de toenmalige stoomtabaksfabriek.

Woning van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met zwarte, mechanische pannen en twee kleine (later toegevoegde) dakvensters. Baksteenbouw met voorgevel van oranje baksteen gecombineerd met arduin voor de plint, de panelen op de borstweringen van de openingen op de tweede bouwlaag en de geprofileerde druiplijsten boven de vensters. Deels bewaard schrijnwerk onder meer T-ramen en luiken op de begane grond.