Dieperin gelegen, voormalige hoeve bereikbaar via brede oprit en van de straat afgesloten door een tuin met betonnen afsluiting.

Reeds aangeduid op de kaart uit het landboek van Harelbeke-buiten, opgemaakt in 1768 door landmeter Frans De Bal, en beschreven als zijnde de hofstede, boomgaard en land van de heer Franciscus de Coninck. Op het primitief kadasterplan (circa 1835): weergave van een woonhuis parallel met de straat, ten oosten daarvan een vrijstaand, dwars schuur/stalvolume en ten zuiden twee losse bijgebouwtjes. Volgens de gegevens van het kadaster is de pachthoeve eigendom van brander Pieter De Concinck. In 1863 vermeldt het kadaster dat het woonhuis van de hoeve, die dan in het bezit is van dokter Adolphus Deconinck uit Kortrijk, reeds meer dan 20 jaar is vergroot.

Thans vrij hoog, wit beschilderd bakstenen volume onder zadeldak met mechanische pannen. Straatgevel doorbroken door ingang onder pannen luifeltje, één licht getoogd venster en twee brede vensteropeningen (verandering uit de jaren 1950?); oostelijke zijgevel met steunbeer en drie rondboogvensters.