Historische hoeve "Het Aerdeken", gelegen op een vruchtbare hooggelegen kouter, nabij het centrum van Bavikhove. Site opklimmend tot de 17de eeuw, huidige gebouwenconfiguratie daterend van 1865. De benaming verwijst naar naar de heerlijkheid Ten Aerden waartoe de hoeve eertijds behoorde.

Historiek

17de eeuw. Op één van de kaarten uit het landboek van 1639 wordt de hoeve omgeven door een boomgaard. In 1639 is de hoeve eigendom van Pieter Thoor. Op een schets van 1651 vindt men tegenover de hoeve "Het Aerdeken" de aanduiding "vier" terug wat verwijst naar de aanwezigheid van de vierschaar. De nabijheid van de vierschaar impliceert het historische belang van de hoeve. In 1688 bezit François De Bal de pachthoeve.

18de eeuw. In 1757 is de hoeve in het bezit van Catharina De Bal.

19de eeuw. Circa 1830 is de hoeve eigendom van de weduwe van brouwer Wittebolle uit Bavikhove; weergave op het primitief kadasterplan (circa 1830) van een woonhuis met de lange schuur, twee quasi op het huidige erf gesitueerde landgebouwen en een bakhuis aan de kant van de Vlietestraat. In 1840 eigendom van Jean Bathist D'Huyvetter uit Harelbeke. Zelfde situatie op de Atlas der Buurtwegen (1845).

Tussen 1860 en 1923 wordt de hoeve bewoond door de familie Delvaux. In 1865 wordt de hoeve door koopman Auguste Veys uit Harelbeke verbouwd. Het kadaster vermeldt de volledige reconstructie van het woonhuis, de twee kleine landgebouwen worden gesloopt en er wordt een nieuwe vleugel, het huidige wagenhuis, opgetrokken. Op een zolderbalk van het boerenhuis is naar verluidt nog een balk met beschilderde datum "1865" bewaard. Het bakhuis blijft behouden.

20ste eeuw. In de periode 1900-1930 is de hoeve volgens de gegevens van het kadaster eigendom van de familie Feys uit Kortrijk. Volgens de literatuur wordt het strodak van de schuur in 1911 vervangen door een pannen dak. Vanaf 1923 bewoond door de familie Demeulemeester en vanaf 1930 tot 1952 eigendom van François Roger. In 1930 wordt het strodak van de stallingen vervangen door een pannen dak. Volgens het kadaster laat de weduwe van François Royer uit Kortrijk in 1943 het boerenhuis uitbreiden met een aanbouw onder lessenaarsdak tegen de rechterzijgevel. Ook de schuur wordt vergroot. In 1946 wordt de oven in het bakhuis gesloopt, doch pas in 1978 wordt het bakhuis volledig afgebroken. In 1979 wordt de schuur verlengd met een aangebouwde smidse.

Beschrijving

Erftoegang met smeedijzeren hekken tussen twee bakstenen pijlers met arduinen dekstenen; rechterpijler met vierkante beeldnis onder zadeldakje. Deels met grint verhard erf; boomgaard ten westen ervan. Ten noorden van het erf paalt het boerenhuis, de lange schuurvleugel ten noordoosten en de stal aan de zuidwestkant.

Verankerde baksteenbouw onder overkragende zadeldaken bedekt met mechanische pannen.

Eénlaags boerenhuis van zes traveeën (achtergevel met vijf traveeën) aan de noordzijde van het erf. Voorgevel met beschilderde plint en gecementeerde linkerzijgevel. De twee linkertraveeën van de achtergevel wijzen op de aanwezigheid van een voutekamer en -kelder. Beluikte vensters met vernieuwd houtwerk. Aanbouw onder lessenaarsdak tegen rechterzijgevel. Binnenin is naar verluidt een balk bewaard met beschilderde datering "1865".

Schuur aan de oostzijde van het erf. Voorgevel met schuifpoort en staldeuren, zijgevel met laadluik. Aanpalend afdak onder sleepdak aan de erfzijde. Gedichte deuropeningen, nieuw aangebrachte binnenmuren en betonnen zoldering.

Wagenhuis aan de westzijde van het erf (voorheen met paardenstal). Laadluik in beide kopgevels, voorgevel met rechthoekige poorten en achtergevel met schuifdeur.