Dwars op de straat gelegen woningen met er tegenover stal aan de straatkant, daterend van het einde van de 18de of het begin van de 19de eeuw, zie nog niet weergegeven op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778).

Op het primitief kadasterplan (circa 1830) weergave van één dwars op de weg gelegen woning met stal aan de straatkant; circa 1830 eigendom van wever P. Vandenbussche uit Bavikhove. In 1852 registreert het kadaster de opsplitsing van de woning in twee woongedeeltes (nummer 138 en nummer 140). In 1865 verkoopt Petrus Vandenbussche de gebouwen aan landbouwer Emiel Lecluyse, die volgens het kadaster beide woningen vóór 1869 laat vergroten (ingebruikname in 1874). De stal aan de straatkant wordt in 1871 omgevormd tot zwingelkot (ingebruikname in 1880) en in 1873 wordt er op het naastgelegen perceel een tweede zwingelkot opgetrokken (ingebruikname in 1875). In 1903 wordt het zwingelkot bij de twee woningen terug omgevormd in een stal.

Woningen van anderhalve bouwlaag onder doorlopend zadeldak met Vlaamse pannen; nummer 138 telt drie traveeën, nummer 140 vier traveeën. Verankerde baksteenbouw, deels hersteld met recente rode baksteen. Rechthoekige openingen onder betonnen lateien (nummer 140) of witbeschilderde lateien (nummer 138); deels bewaard houtwerk. Laadluiken ter hoogte van de zolderverdieping. Achtergevel met schuifraam ter hoogte van een opkamer in nummer 138, tweede opkamertravee in achtergevel behorend tot nummer 140. Verankerd bakstenen stalvolume aan de straatkant. Gedichte openingen aan de straatkant, zijgevel met twee staldeuren.