Voormalige 18de-eeuwse molensite van de verdwenen "Jonckheere Molen" (zie naam van de eind 19de/begin 20ste-eeuwse molenaarsfamilie); bewaard molenhuis met achtergelegen bijgebouwen. De bebouwing bevindt zich gedeeltelijk op grondgebied Lendelede.
Historiek
18de eeuw. De "Jonckhere's molen" wordt volgens de literatuur in 1765 opgericht maar wordt nog niet weergegeven op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778).
19de eeuw. Het primitief kadasterplan (circa 1830) geeft een woning weer met achterliggende aanpalende bijgebouwen in U-vorm en een windmolen ten noorden ervan; circa 1830 eigendom van olieslager F. Gheysens.
In 1854 registreert het kadaster de omvorming van de windmolen door olieslager Fredericus Gheysens in een "windkoren- en oliestoomtuigmolen". De oliestoomtuigmolen wordt opgetrokken achter de U-vormige bijgebouwen.
Vóór 1862 wordt een L-vormig gebouw opgetrokken ten noorden van de molen; de bijgebouwen achter het molenhuis - de bijgebouwen in U-vorm en de oliestoomtuigmolen - worden vergroot.
De molen is in het laatste kwart van de 19de eeuw eigendom van molenaar Edmond Jonckheere (zie molennaam). In 1885 worden de molen gedeeltelijk en de bijgebouwen volledig gereconstrueerd; zo wordt het L-vormige bijgebouw van vóór 1862 verbouwd tot een rechthoekig volume.
20ste eeuw. In 1903 laat Edmond Jonckheere enkele gebouwen optrekken ten noordwesten van de "stoomkoren- en oliewindmolen"; de nieuwe gebouwen bevinden zich grotendeels op het grondgebied van Lendelede.
De "Jonckheere molen" wordt volgens de literatuur in 1914 ontmanteld; het kadaster dateert de afbraak echter in 1951. In dat jaar laten de kinderen van vlashandelaar Hector Lesage de "Jonckheeremolen" - op dat ogenblik geregistreerd als magazijn - en het in 1885 verbouwde bijgebouw aan de straatkant afbreken. Ten zuiden van de bestaande bebouwing bouwt landbouwer Hector Spillebeen een hangar in 1951.
Beschrijving
Voormalige molensite met gesloten karakter; het molenhuis en de bewaarde bijgebouwen zijn nog bewaard en gelegen rondom een centrale koer. Aan straatzijde, molenhuis, dat aan weerszijden wordt geflankeerd door een rood beschilderd smeedijzeren hek; links geasfalteerde oprit naar de achterliggende gebouwen.
Molenhuis. Verankerde baksteenbouw van twee bouwlagen en zeven traveeën onder pannen zadeldak. Recent vernieuwde voorgevel. Wit beschilderde zijgevel met mogelijk bewaarde opkamer zie kelderraam. Bijgebouw tegen rechterzijgevel van molenhuis.
Landgebouwen in U-vorm aansluitend op het molenhuis. Verankerde bakstenen stal- of schuurvolumes aan de noord- en westzijde van de binnenkoer onder overkragende zadeldaken bedekt met blauwgrijze pannen. Volume aan westzijde met uilengat en luchtsleuven. Rechthoekige muuropeningen, onder meer staldeuren en laadluik. Lagere stalling aan de zuidzijde van de binnenkoer onder een overkragend zadeldak bedekt met rode pannen.
Bewaarde dieper gelegen schuur met aanpalende stal ten noorden van het molenhuis, daterend van 1903. Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldaken (deels rode, deels blauwgrijze pannen). Schuur met dubbele schuifpoort en boveliggend laadlluik.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Hulste, 1854/2, 1882/20, 1885/3, 1904/3, 1951/9.
- CAUWE R., Het geslacht Loncke in Hulste, Harelbeke, 1992, p. 9.