Tweewoonst gelegen aan het in zuidelijke richting lopende zijtracé van de Kerkstraat, dat eertijds een afzonderlijke voetweg was zogenaamd de Tieltschenvoetweg. Oudste bebouwing op deze locatie wordt reeds weergegeven op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778). Op het primitief kadasterplan (circa 1830) is de 18de-eeuwse woning uitgebreid met drie landgebouwen in de boomgaard net ten noorden ervan; circa 1830 eigendom van landbouwer Pieter Verborgh. In 1874 wordt de woning volgens het kadaster door landbouwer Jan Dewulf opgesplitst (nummer 20 en 22). In 1882 wordt woning nummer 22 vergroot en worden de landgebouwen gedeeltelijk afgebroken. In 1927 registreert het kadaster de bouw van een motorzwingelarij. Mogelijk zijn in die periode ook de woningen voorzien van een nieuwe voorgevel en bedaking, zie typische gemansardeerde zadeldaken.

Eénlaagse woningen onder een doorlopend gemansardeerd zadeldak bedekt met Vlaamse pannen. Wit beschilderde verankerde baksteenbouw op een lichtblauw beschilderde plint. Rechthoekige muuropeningen met deels bewaard houtwerk (dakramen).