Lage arbeiderswoning en werkhuis dwars op de straat georiënteerd, en dieper gelegen arbeiderswoning en bakhuis. Beide woonhuizen zijn in kern weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1829). Volgens het kadaster wordt het dwarse woonhuis in 1904 uitgebreid met een volume aan de oostzijde. Werkhuis en bakhuis dateren respectievelijk van circa 1937 en 1960. Ook in 1960 wordt het achterliggende woonhuis vergroot tot zijn huidige omtrek.

Lage, dwarse arbeiderswoning van drie traveeën en twee staltraveeën onder een zadeldak (rode Vlaamse pannen). Donkerrode verankerde baksteenbouw met zwartgeschilderde plint. Rechthoekige vensteropeningen onder houten latei met vernieuwd houtwerk naar oud model: houten bolkozijnen met kleine roedeverdeling en opgeklampte luiken. Vernieuwde paneeldeuren naar oud model onder licht getoogde strek. Oorspronkelijke achtergevel (bewaard als binnenmuur) uitgevoerd in vakwerkbouw. Oorspronkelijk interieur met behouden balkenroostering.

Atelier voor timmerman, dwars op de straat georiënteerd. Verankerde rode baksteenbouw van drie traveeën onder een zadeldak (golfplaten). Rechthoekige muuropeningen onder betonnen latei. Behouden, roodgeschilderde ramen met grote roedeverdeling, een tweedelig raam en een centrale strokenpoort.

Achterliggende lage arbeiderswoning met voorliggende tuin en behouden pomp tegen de gevel. Witgeschilderde baksteenbouw van vier traveeën met zwartgeschilderde plint; zadeldak (rode, mechanische pannen). Rechts een lage aanbouw van één travee onder lessenaarsdak. Licht getoogde muuropeningen onder strek, vernieuwd schrijnwerk naar oud model: ramen met kruisindeling en grote roedeverdeling en opgeklampte luiken.

Tweeledig bakhuis. Rode baksteenbouw onder zadeldak (rode, mechanische pannen). Vernieuwd raam met grote roedeverdeling.