Georiënteerde driebeukige kerk gebouwd in 1937 naar ontwerp van architect Verstraete (Izegem). De kerk is gelegen langs de Keukelstraat naast de locatie van de vroegere school en later de parochiezaal. De omgeving van de kerk is volledig verhard met parkeerplaatsen aan de zuid- en westzijde. De toegang wordt geaccentueerd door twee monumentale cederbomen. Aan de noordzijde vertrekt een voetweg naar de begraafplaats.

Geschiedenis

Sint-Jan Baptist wordt gesticht als hulpparochie of succursale in 1913 voor de bewoners van de afgelegen oostelijke hoek van Wingene. De nieuw afgebakende parochie komt ongeveer overeen met de toenmalige wijken "De Haze", "Hekke", "Platte beurze" en "Veld". De eerste kerkelijke diensten worden gehouden in de kapel van het klooster van Sint-Jan. Door de Duitse bezetting tijdens de Eerste Wereldoorlog moest de kapel worden verlaten. Er wordt tijdelijk onderdak gevonden in de Vrije Jongensschool. Uitbreidingswerken in 1919 zorgen voor een ruimere kapel die in gebruik blijft tot de wijding van de huidige kerk op 18 oktober 1937. Deze wordt ontworpen door architect Verstraete (Izegem). Het huidige uitzicht van de kerk is het resultaat van restauratiewerkzaamheden in 2002-2008 naar ontwerp van architecten Peter Goes en Koen Vandeweghe (Brugge).

Beschrijving

De plattegrond ontvouwt een middenbeuk met twee zijbeuken van drie traveeën, een rechthoekig koor van een travee geflankeerd door sacristie en nutsgebouw, een inkomportaal in het verlengde van de middenbeuk. De toren is ingeplant aan de zuidelijke zijde in de oksel tussen zijbeuk en middenbeuk en nutsgebouw of sacristie. Materiaalgebruik vooral toepassing van geel/ oranje baksteen met gebruik van blauwe hardsteen voor dekstenen, onderdorpels, jaarsteen “ANNO DOMINI/ 1937” aan de oostzijde en gebruik van beton voor lateien. Daken bedekt met blauwe, geglazuurde, mechanische pannen en zink (oorspronkelijk koper) voor tentdak op toren. Ommegang in bas reliëfs. Vierkante toren van twee traveeën en vijf bouwlagen aan de vier zijden opengewerkt door middel van twee smalle rechthoekige vensteropeningen per bouwlaag, twee rechthoekige galmgaten in de bovenste bouwlaag en drie rechthoekige vensters onder een doorlopende betonnen latei op de gelijkvloerse verdieping. Torenmuren verticaal geleed door lisenen. Verdiepte vlakken bovenaan afgewerkt met getrapt siermetselwerk. Drie beuken onder een doorlopend monumentaal zadeldak. Zijbeuken van vier traveeën breed, per travee verticaal geleed door verjongende steunberen en drie rechthoekige vensteropeningen onder een doorlopende betonnen latei. In de westelijke travee drie smalle rondbogige vensteropeningen. Rechthoekig koor van een travee en twee bouwlagen onder een zadeldak. Ten zuiden een vierkant volume van een bouwlaag en een travee onder een zadeldak en ten noorden een gebouw van een bouwlaag onder een half schilddak. In beide volumes rechthoekige muuropeningen onder een betonnen latei. Tuitgevel ten westen met centraal het licht vooruitspringend rondbogig toegangsportaal in een getrapte omlijsting. Daarboven zes smalle rondbogige vensteropeningen en twee smalle rechthoekige lichtspleten. Op de hoeken verjongende steunberen. Westgevels van zijbeuken opengewerkt door een rondbogige deuropening en een ronde vensteropeningen.

Interieur

Het interieur is uitgewerkt met wit geschilderde, vlak bepleisterde wanden en dito tongewelf met horizontale ribben. Middenbeuk gescheiden van zijbeuken door vierkante betonnen pijlers. Koor geaccentueerd door rondboog in geprofileerde bakstenen omlijsting. Oostelijke blinde koorwand met rondbogige beeldnis in bakstenen omlijsting waarin kruisbeeld. Zijwanden opengewerkt met twee rondbogige vensteropeningen. In oostelijke wanden van zijbeuken een rondbogige beeltenis in bakstenen omlijsting. Cementtegelvloer. Muurschilderingen van bijbelse taferelen door de Beernemse gebroeders Van de Weghe namelijk Bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth de prediking van Johannes de Doper, de onthoofding van Johannes de Doper. Neo-romaanse doopvont door beeldhouwer Joseph Verbeke (1916), geschilderde kruisweg door Edmond Impe uit Tielt (1916), eikenhouten preekstoel door Albert Houttekier (1925), glas-in-loodramen door de Brugse glazenier G.B. De Lodder (1982-1987), beelden van Onze-Lieve-Vrouw met Kind Jezus (1939), Heilige Antonius (1939), Heilige Rita, Heilig Hart, Heilige Jozef.