Vroeg 19de-eeuwse, lage boerenarbeiderswoning dwars op de straat georiënteerd, nu in gebruik als berging. Notelaar rechts van de woning. Oorspronkelijke tweewoonst van zes traveeën onder een doorlopend zadeldak (rode, Vlaamse pannen). Links recente aanbouw van drie traveeën onder plat dak. Op het primitief kadasterplan (circa 1829) weergegeven als een woning met geïncorporeerde stalling en vrijstaand landgebouwtje binnen een boomgaard. In 1866 wordt het woonhuis uitgebreid in oostelijke richting met een tweede woonvolume. In 1951 worden deze samengevoegd tot één woonhuis. In hetzelfde jaar wordt het landgebouw achteraan (noord) de woning vergroot en worden drie landgebouwtjes bijgebouwd. Wit geschilderde, verankerde baksteenbouw boven zwart geschilderde plint. Rechtervolume met licht getoogde deuropening onder strek met behouden opgeklampte deur, bewaard houten bolkozijn met kleine, houten roedeverdeling. Linkervolume met poortopening onder houten latei, venster onder I-balk met behouden raam met grote roedeverdeling, vernieuwde poort en paneeldeur.  Eénlagige, wit geschilderde baksteenbouw onder zadeldak (rode, Vlaamse pannen).