Vrijstaande boerenarbeiderswoning met geïncorporeerde stal en een bakhuis parallel opgesteld rond een onverhard erf. Volgens het kadaster gaat de bebouwing terug tot begin 19de eeuw. Op het primitief kadasterplan (circa 1829) wordt op deze plaats een tweewoonst met vrijstaand landgebouw weergegeven. Dit laatste wordt in 1838 omgevormd tot een woonhuis. In 1904 worden de twee woningen samengevoegd tot één woonhuis.

Boerenwoning van vier traveeën en twee staltraveeën onder een doorlopend zadeldak (rode, mechanische pannen). Aan weerszijden een lage aanbouw van één travee onder lessenaarsdak. Verankerde, rode baksteenbouw boven zwart geschilderde plint, overhoekse muizentandfries onder gootlijst. Segmentbogige muuropeningen met behouden T-ramen. luiken en opgeklampte staldeuren. Behouden waterpomp tegen erfgevel en aalpomp tegen linker zijgevel. Tweeledig bakhuis. Rode baksteenbouw onder zadeldak (rode, Vlaamse pannen). Deuropening onder betonnen latei, paneeldeur.