Het onderstation werd gebouwd in 1931 naar ontwerp van architect J.A. De Bondt en hoort tot een reeks van elektriciteitscabines en onderstations die hij ontwierp voor Gentse Elektriciteitsmaatschappij.
Historiek
In 1900 wordt voorgesteld om te Gent een regie voor gas en elektriciteit op te starten. Drie jaar later krijgen de private maatschappijen A.E.G. en Union Electrique de opdracht een elektrische centrale op te trekken in de Bomastraat. In 1911 verrijst op Kattenberg een eerste hulpstation. In het begin van de jaren 1930 kende de Gentse Elektriciteitsdienst een dusdanige groei dat het noodzakelijk bleek tientallen nieuwe elektriciteitscabines en onderstations op te trekken. Zij verkiezen daarvoor een modern architect die het vooruitstrevende imago van elektriciteit een gepast gelaat kan geven. In die jaren worden door De Bondt het burelencomplex en klein onderstation in de Bomastraat opgetrokken, onderstations van de Jan Van Stopenberghestraat, Kattenberg, Gebroeders De Smetstraat evenals kleine kabines op het Fonteyneplein en Godshuizenlaan.
Het onderkelderde onderstation in Kattenberg kwam tot stand in 1931. Hoewel enkele keren verbouwd, en de sloop van het naastliggende woongedeelte, behield het pand grotendeels zijn interne structuur en uitzicht. In het oorspronkelijke concept was het hulpstation ingepast in een rij van arbeiderswoningen. De afbraak van de bijhorende woning geeft momenteel het beeld van een halfopen geheel.
Beschrijving
De zeven traveeën tellende gevel werd op de benedenverdieping ingevuld met drie verschillende soorten ramen en één dubbele deur, van elkaar gescheiden door brede muurdammen. Een uitspringende doorlopende bovendorpel verbindt de zes rechter traveeën. De vernieuwde uitspringende beglaasde gordijngevel werd voor de constructie geplaatst wat de kans biedt hem te laten doorlopen. Kleine consoles op een doorlopende lijst lijken de glazen gevel te dragen. Een opmerkelijk accent is de hoektoren. Deze was oorspronkelijk bekroond met een veelhoekige glazen zuil als reclame voor het elektriciteitsbedrijf. De vrijstaande zijgevel kwam tot stand bij één van de recentere verbouwingen. Enkel de gevel van het hulpstation op de tweede verdieping behield zijn originele raamindeling met zware boven- en onderdorpels en de tussenliggende luchtkoker.
De planindeling is zeer eenvoudig en rationeel. Betonstructuren bleven zichtbaar en de transparantie wordt bevorderd door het gebruik van de glazen gordijngevel en de glazen tegels in de vloeren. Eromheen werden zwarte en rode tegels gebruikt. De wanden werden tot lambriseringhoogte afgewerkt met de traditionele zwarte tegels.
De tegenstelling tussen horizontale en verticale volumes en de hoektoren zijn geïnspireerd door de gesloten kubistische architectuur van W.M. Dudok. De uitspringende beglaasde gordijngevel refereert naar de principes van de transparantie, gepropageerd door het Nieuwe Bouwen.
DEMEY A. & POULIN N. 1994: Jan-Albert De Bondt architect, Gent.
DUJARDIN F. 1994: J.A. De Bondt (1888-1969) Monografie over een architect en zijn werk, onuitgegeven licentiaatsverhandeling.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002289, Elektriciteitscentrales nov De Bondt Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Elektrisch onderstation ontworpen door J.A. De Bondt [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/20565 (geraadpleegd op ).