Barokhuis zogenaamd De Vier Gekroonden. Onderkelderd enkelhuis van drie traveeën met twee bouwlagen onder zadeldak (pannen), op gevelsteen gedateerd 1666, grondig gerestaureerd met nieuw materiaal in het derde kwart van de 20ste eeuw.

Merkwaardig bak- en zandsteengeveltje. Plint met getralied keldergat. Afgelijnde vensterregisters en borstweringen. Gekoppelde kruiskozijnen (voor de restauratie gewone rechthoekige vensters) met geprofileerde dagkanten. Terracotta-reliëfs op borstwering stellen het ambacht van de bouwheer Jan van der Linden voor, namelijk beeldhouwer, de vier gekroonde patroonheiligen met hun attributen en de Maagd Maria met Kind, eveneens vermelding van de naam S. Carpophorus, één der patroonheiligen. Behouden verankering. Uitgewerkt dakvenster met kruiskozijn, begrensd door voluten met dekplaten, bij de restauratie voorzien van vazen, en een bekronend gebogen fronton, eveneens met siervaas. Rechthoekige deur met hoekvoluutjes en bolkozijn als bovenlicht. Sporen van zijtrapgevels. Gecementeerde achtertrapgevel.

Interieur. Eenvoudige trap met empiretrappaaltje.