Breedhuis van tien traveeën en drie bouwlagen, met zadeldak (pannen), opklimmend tot de 18de eeuw doch voornamelijk aangepast in de 19de eeuw. Heden een bepleisterde en geschilderde lijstgevel met enkele behouden muurankers.
Licht uitspringend middenrisaliet van zes traveeën met verkleinde bovenvensters in geriemde omlijstingen met oren, doorlopende lekdrempels. Twee middentraveeën begrensd door geblokte pilasters met imitatiebossage (19de eeuw). Twee zijtraveeën rechts en links op de tweede verdieping. Voorzien van 19de-eeuwse leuningen; voorts met kleine vensters in de fries. Hoofdgestel met gekorniste kroonlijst. Negende rechtse travee met rondboogpoort voorzien van gestrekte tussendorpel en bovenlicht met waaier. Tiende travee met rechthoekige deur met kwartholle dagkanten, gestrekte houten tussendorpel en bovenlicht, eveneens voorzien van een waaier. Nummer 1 met vernieuwde deuropening.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Zuid-West, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)