Achterin gelegen 19de-eeuws hoevetje toegankelijk via een lange onverharde erfoprit. Bestaande uit een lage boerenarbeiderswoning en een haaks nutsgebouw georganiseerd rondom een verhard erf. Weergegeven in de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) als driewoonst. Volgens het kadaster zijn de twee linker volumes eengemaakt in 1902.

Ten noordwesten van het erf, boerenwoning. Verankerde, rode baksteenbouw van vier traveeën en een staltravee onder licht geknikt zadeldak (rode, mechanische pannen). Gecementeerde erfgevel voorzien van imitatievoegen. Aangepaste rechthoekige muuropeningen met vernieuwd houtwerk. Rechter zijgevel met venster onder getoogde strek in geveltop, bewaard raam met kruisindeling, gedichte deuropening. Achtergevel met aangepaste vensters onder betonnen latei, vernieuwd houtwerk. Bewaarde staldeur onder getoogde strek. Ten noordoosten van het erf, stal/ wagenhuis. Gemetselde sokkel met pomp tegen de erfgevel. Verankerde, rode baksteenbouw onder zadeldak (golfplaten) met beglaasde rondboognis in bakstenen omlijsting met Christusbeeld. Rechthoekige muuropeningen onder betonnen en houten lateien en getoogde strek. Opgeklampte deur en poort in staalplaat.