19de-eeuwse hoeve bestaande uit losse, lage bestanddelen gegroepeerd rondom een deels met gras begroeid, deels gekiezeld erf met centrale treurwilg. Toegankelijk via smeedijzeren hek tussen overhoeks geplaatste roodbakstenen hekpijlers. Nog niet weergegeven in de Atlas der Buurtwegen (circa 1843). Ten noordoosten van het erf, boerenwoning. Verankerde, rode baksteenbouw van zes traveeën onder zadeldak (rode, mechanische pannen) met brede dakoverstek. Muuropeningen onder licht getoogde strek, vernieuwd houtwerk. Ten noordwesten van het erf, dubbele dwarsschuur. Oorspronkelijk met geïncorporeerd wagenhuis, nu gedicht. Verankerde, rode baksteenbouw met verluchtingsspleten onder zadeldak (rode, Vlaamse pannen). Tussen de twee hoge poortopeningen een lagere deuropening onder segmentbogige strek, bewaard houtwerk. Ten zuidoosten van het erf, stal. Verankerde, rode baksteenbouw onder zadeldak (rode, Vlaamse pannen). Drie staldeuren en vijf stalvensters onder licht getoogde strek. Poortopening onder I-profiel, deels bewaard houtwerk.