Duinpaviljoen, "vierwindenhuisje", "Crépuscule", "Champignon", "pavillon-abri" of "Spioenkop" genoemd. Gelijkaardige paviljoentjes in Duinbergen, Oostende en De Panne zijn verdwenen. De paviljoentjes ontstaan in het begin van de 20ste eeuw met het opkomende kusttoerisme en dienen als rustplaats en/of als uitkijkpost op de omgeving (Wenduine). Ze worden opgetrokken als hutvormige gebouwtjes bestaande uit een open constructie met houten onderbouw onder een rieten dakje met stompe, kegelvormige spits. Voortgaande op oude foto's werd het rieten dakje in De Haan later vervangen door daktegels. Na de vernieling tijdens de Tweede Wereldoorlog worden ze herbouwd. De oorspronkelijke typologie wordt hernomen maar uitgevoerd als betonconstructie met vensteropeningen en bakstenen invulling, witbeschilderd onder roodbeschilderd tentdak.
Gelegen op een hoogte in de duinen tussen de Driftweg en de Koninklijke Baan ten westen van het tramstation, ongeveer ter hoogte van de Copmanlaan, toegankelijk via betonnen, bakstenen en geasfalteerde paadjes. Het paviljoen bevind zich in tegenstelling tot de andere niet op een hoogte langs de kustlijn maar meer landinwaarts verscholen tussen het groen. Rustend op een betonnen platform en opengewerkt met vier afgescheiden zitruimtes bestaande uit groenbeschilderde, houten wanden bestaande uit planken. Achtzijdig betonnen tentdak met stompe spits. Recentere houten zitbanken op metalen onderbouw.
- Onroerend Erfgoed - Afdeling West-Vlaanderen, Archiefnummer W/02211.