De oorspronkelijke duinpaviljoentjes zijn alle opgericht in het begin van de 20ste eeuw. Het duinpaviljoen van Bredene wordt reeds afgebeeld in een vroeg-20ste-eeuwse promotiebrochure van de jonge badplaats en literatuurbronnen vermelden 1902 als bouwjaar voor dat in Wenduine. Na de Tweede Wereldoorlog heropgebouwd.
De "Spioenkop" van Wenduine, ook gekend als "le pavillon Elisabeth" is het gekendste en meest beschreven duinpaviljoentje. De duintop waarop het oorspronkelijk paviljoentje wordt opgericht, is van oudsher een strategische observatiepost. In de 18de eeuw bevindt zich hier een "Corps de garde", weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778), die door het Franse leger achtereenvolgens vervangen wordt door een signaalmast (1795) en een 13 m hoge semafoormast (1806) die in verbinding staat met Lissewege en Klemskerke voor het verspreiden van informatie over krijgsverrichtingen. De Belgische administratie plaatst in de 19de eeuw op de duin, in de volksmond "Betten Hull" ("hull" = duin) genoemd, een wachthuis vanwaar de douane een groot deel van de kust kan overschouwen om te beletten dat er clandestien goederen worden ontscheept of ingeladen; het "aubette de la douane" wordt weergegeven op een kaart van het Dépôt de la Guerre van 1876.
Volgens de literatuur wordt in maart 1902 het duinpaviljoentje of "Spioenkop" opgericht, dat tot tweemaal toe vernield wordt. Nadat de Duitse bezetter er tijdens de Eerste Wereldoorlog een versterkte uitkijkpost inricht, wordt het paviljoen in 1922 herbouwd, ditmaal met een leien dakje. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het duinpaviljoen opnieuw vernield doordat op de duintop een grote radarpost wordt ingericht voor vliegtuigsignalering, bij de aftocht door de Duitsers opgeblazen in september 1944. Het huidige paviljoen, opgetrokken in beton en baksteen, dateert volgens de bronnen van 1955. Tegen de gevel van het meer oostwaarts gelegen voormalige hotel "Savoy" (De Smet de Naeyerlaan nummer 9) wordt de eerste Spioenkop van Wenduine op een tegeltableau afgebeeld.
De Spioenkop biedt landinwaarts een weids panorama waar bij helder weer de kerktorens van de polderdorpen en de stad Brugge te zien zijn. Deze heeft een opvallende inplanting, met name op een hoog oplopende duintop die voorzien is van een axiale padenstructuur die leidt naar het paviljoen. In de duinen is er een ingewerkte betonnen toegangstrap met recentere houten leuning; het paviljoen zelf wordt omgeven door een recente, witgeschilderde buisleuning.
De onderbouw bestaat uit een cirkelvormige betonnen onderbouw. Opengewerkt paviljoen met telkens vier afgescheiden zitruimten; constructie bestaande uit een betonskelet met bakstenen (invul)metselwerk, thans geheel witgeschilderd. Het geheel wordt afgedekt door een breed overkragend, roodgeschilderd betonnen tentdak met stompe spits; verdwenen windwijzer in de vorm van een zeemeermin. Oorspronkelijk zijn de muren voorzien van rechthoekige vensteropeningen boven de zitbanken, thans gedicht omwille van de herhaaldelijke vernielingen. Wellicht recentere houten zitbanken op onderbouw in baksteen.
- BALLEGEER J.; VANDENBERGHE E., Tussen Noord-Ee en Noordzee in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1978, nrs. 19, 50, 54, 115.
- BERNDSEN J.; SAAL P.; SPANGENBERG F., Met zicht op zee. Tweehonderd jaar bouwen aan badplaatsen in Nederland, België en Duitsland, 's Gravenhage, 1985.
- BOTERBERGHE R., Geschiedenis van de landelijke parochies Klemskerke-Vlissegem en van de badplaats De Haan, De Haan, 2000.
- CONSTANDT M., 100 jaar toerisme. Een eeuw vakantie in West-Vlaanderen, Tielt, 1986.
- DEVENT G., De Oostkust van toen, van Knokke tot Bredene, Brugge, 1988.
- DEVENT G., De Westkust van toen, van De Panne tot Middelkerke, Brugge, 1982.
- DEVENT G., Zee en duinen. Kusttoerisme in de 19de eeuw, Brugge, 1991.
- GOBYN R. (red.), Te kust en te kuur. Badplaatsen en Kuuroorden in België, 16de - 20ste eeuw, Brussel, 1987, p. 274, 276-277, 288-289, 302-303.
- HENNON J., Wenduine, Dorpsbeelden uit het verleden, deel 1, Wenduine, 1993, p. 15-16.
- JETTE J., Le littoral Belge - De Belgische kust "La Belle Epoque", Brugge, s.d., p. 261-263.
- Le littoral. Breedene-sur-Mer (lez-Ostende). Une nouvelle station balnéaire aux limites est d'Ostende, s.l., s.d., p. 16.
- LEPEER E., Vin Dune an de Zee, Wenduine, 1974, p. 122, 222-233.
- MOUTON R.; WAUTERS B., Archiefbeelden Wenduine Memoires van een Prinses, Gloucestershire, 2004, p. 85-87.
- VANDENBERGHE E.; CLAEYS G.; DE WISPELAERE Y., De Haan : van gehucht tot elegante badplaats, deel 1, s.l., 1996, p. 5.
- WELVAERT F., Toerisme : verschijnsel in tijd en ruimte, in : WELVAERT F. (red.), 2000 jaar Zwinstreek, Knokke, 1985, p. 68-80.