Dieper gelegen hoeve "D’ OUDE STOKERIJ" (zie houten naambord). Minimaal opklimmend tot eind 18de eeuw. Toegankelijk via een lange onverharde oprit. Bestaande uit vrijstaande en aaneengesloten gebouwen binnen een U-vormige opstelling rondom een gekiezeld en deels verhard erf.

Geschiedenis

De hoevegebouwen zijn fasegewijs tot stand gekomen. Niet weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778) maar gezien de bouwkenmerken vermoedelijk wel 18de-eeuwse schuur. Op het primitief kadasterplan (circa 1834) vormden de huidige boerenwoning en de stal een driewoonst. Huidige schuur is ook opgetekend samen met een volume ten zuiden dat wordt gebruikt als woning. De hoeve is gelegen in een ruime boomgaard op een perceel tussen vier dreven namelijk de "Stokerie dreve" en de "Platse dreve", de "Hooyvelt dreve" en de "Kruysdreve". Volgens een mutatieschets van 1848 worden de drie woningen in dat jaar ééngemaakt tot een grote woning. Toenmalig eigenaar is de Gentse rentenier Emanuel vandekerckhove, die ook eigenaar is van de bossen en gronden in de ruime omgeving. Circa 1879 wordt volgens het kadaster het tweede woning bij de schuur uitgebreid aan de zuidzijde en wordt er daarnaast een vrijstaand landgebouw opgetrokken. Eigenaar is op dat ogenblik Hypolitus baron della Faille d’Huysse-De kerckhove d’ Ousselghem uit Lede. Hoeve aangeduid in de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) als "Stokerije-Ferme" met weergave van huidige schuur en stal en een volume op de plaats van huidige boerenwoning. Ten noordwesten van de boerenwoning is nog een bakhuis te zien.

Beschrijving

Ten noordwesten van het erf, boerenwoning. 18de-eeuwse kern met uitbreiding en verbouwing uit de jaren 1940-1950. Rode baksteenbouw met voorgevel (noordwesten) parement in gladde, gele baksteen. Dubbelhuisopstand van drie traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (blauwe, geglazuurde, mechanische pannen). Rechtertravee met erkeruitbouw doorgetrokken over de twee verdiepingen, open hoekoplossingen. Rechthoekige muuropeningen onder doorlopende strek. Verdiepte deuropeningen met brede, afgeronde dagkanten en betonnen luifeltje.

Aanleunende stal ten oosten van de boerenwoning. Verankerde, donkerrode baksteenbouw van tien traveeën onder zadeldak (golfplaten). Gecementeerde, lage plint. Kleine rechthoekige stalvensters.

Ten westen van het erf, stal. Rode baksteenbouw van zes traveeën onder licht geknikt zadeldak (rode, mechanische pannen) met centrale laadopening in dakvenster. Rechthoekige muuropeningen onder wit geschilderde betonnen lateien. Links lager aangebouwd volume in cementstenen onder zadeldak (golfplaten).

Ten westen van het erf, ten zuidoosten van het erf, dwarsschuur. Vermoedelijk 18de-eeuws volume. Opgebouwd uit verschillende aaneengeschakelde volumes in donkerrode baksteen onder zadeldaken (golfplaten). Schuurvolume met hoge dwarsdoorrit, rechthoekige verluchtingsspleten, gedichte deuropeningen onder getoogde strek. Aan erfzijde verbreed, klimmend dakvlak. Noordgevel met twee beluikte laadopeningen onder getoogde strek, poort onder houten latei, staldeur onder stalen latei met gerecupereerde deur met houten staven in bovenste gedeelte. Verstoord metselwerk. Ten noordwesten aanbouw van haaks volume met in beide lange gevels een deur onder getoogde strek geflankeerd door twee kleine stalvensters onder betonnen latei. Bewaarde opgeklampte deuren met rondbogig vensterluikje opgehangen aan staartgehengen. Aan noordgevel van schuur recentere aanbouw van laag garagevolume onder lessenaarsdak. Ten westen van de schuur een breder volume met minder scherpe dakhelling. Poortdoorrit aan erfzijde.