Hier stond van 1627 tot 1913 (sloop) de zogenaamde "Stampkotmolen" ook gekend als "Joijes molen". Hoeve bestaande uit vrijstaande bestanddelen, namelijk de oorspronkelijke woning, een nieuwe woning en drie stallen in een vierkante opstelling rondom een met gras begroeid erf met gedeeltelijk bewaarde hoogstamboomgaard. Toegankelijk via gekiezelde oprit afgesloten door smeedijzeren hek tussen vierkante roodbakstenen pijlers (waarvan één gedeeltelijk heropgebouwd met oranje baksteen) met blauwe hardstenen deksteen. Perceel afgezoomd door ligustrumhaag.
Geschiedenis
De site wordt in 1628 omschreven als "de nieuwen wyntmeulen met stampcot ende meulenwal". Twee jaar later in 1630 als "(…) den meullewal mette nieuwe wyntmeulen ende woonhuijs daerop staende(…)". In 1688 is molenaar Joije eigenaar, deze familie zal meer dan 200 jaar molenaar blijven op de Stampkotmolen. Het landboek van Zwevezele van 1692 toont een volume onder zadeldak en een staakmolen. De Ferrariskaart (1770-1778) toont een staakmolen op een berg met drie vrijstaande gebouwen in een losse opstelling binnen een boomgaard. Op het primitief kadasterplan (circa 1834) opgetekend als eigendom van molenaarsweduwe Joye. Het gebouwenbestand bestaat op dat ogenblik uit de woning, een haaks groot nutsgebouw en twee kleinere nutsgebouwen en een "koornwindmolen" op een berg. Voor de woning een weide met een grote moestuin en een grote poel die vandaag nog te zien is ten noorden van het perceel. Gelijkaardige weergave in de Atlas der Buurtwegen (circa 1843). Het kadaster registreert circa 1855 de uitbreiding van de woning aan de linkerzijde en de constructie van een bakhuis ten noorden van de woning. Eigenaar is op dat moment Franciscus Joye en zuster, beiden mulders. In 1962 wordt een nieuwe woning gebouwd.
Beschrijving
Ten noordwesten van het erf, oorspronkelijke woning. Mogelijk gebouwd als tweewoonst. Verankerde, rode baksteenbouw van zeven traveeën onder zadeldak (rode, Vlaamse pannen) met licht geknikte dakoverstek. Zwart gepekte plint. Muuropeningen onder getoogde strek van smalle rode baksteen, onderdorpel van rode baksteen. Twee opkamervensters zijn verlaagd en een venster is vervangen door een deur. Bewaarde ramen met T-indeling en grote roedeverdeling en strokendeur. Linker zijgevel met kleine rechthoekig venster onder houten latei. Lagere aanbouw van één travee aan rechter zijde. Verankerde, donkerrode baksteenbouw onder zadeldak (rode, Vlaamse pannen). Stoep van blauwe hardstenen plavuizen.
Ten noordwesten van het erf, stal. Verankerde, rode baksteenbouw met uitbreiding in oranje baksteen, geheel onder doorlopend zadeldak (rode, Vlaamse pannen) met licht geknikte, brede dakoverstek op uitgelengde klossen. Kleine, aangepaste stalvensters onder betonnen latei, twee poorten. Rechter zijgevel met beluikte laadopening, deur en twee kleine vensters, alle onder getoogde strek. Bewaard rood geschilderd, opgeklampt luik, tweeledige staldeur, ramen met kleine roedeverdeling. In geveltop onleesbare jaarsteen in baksteenomlijsting onder dito kruis. Naar verluidt oorspronkelijk met strodak.
Ten zuidwesten van het erf, nieuwe woning. Twee recente stallen.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, Primitief kadasterplan, 207: Mutatieschetsen, Zwevezele, 1865/9.
- Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten VI, nummer 2571.
- VANDEWIELE A., Zwevezele. Deel 1. De Parochie Zwevezele tot 1795, Zwevezele, 1981, p. 451-453.