Homogene pleinbebouwing samengesteld uit drie handels-/woonpanden van drie bouwlagen, die samen met het belendende hoekpand Mathieu de Layensplein nrummer 9-10 begin jaren 1900 op verlegde rooilijn werden opgetrokken ter vervanging van een vroeger, na brand gesloopt huizenblok (zie straatinleiding). Het ensemble valt op door zijn tijdstyperende architectuur met expressieve traditionele vormgeving en uitgesproken coloristisch gebruik van rode baksteen, blauwe hardsteen en witte natuursteen in combinatie met cementbepleistering en hout (nummer 1), gele baksteen (nummer 2) en ijzerwerk (nummer 3).
Nummer 1 dat een afgerond hoekpand van vijf traveeën onder een gecombineerde leien zadelbedaking vormt, werd volgens de bouwvergunning van 1906 opgetrokken naar ontwerp van architect F. Smeesters. In de klassiek en neorenaissance gedetailleerde eclectische opstand valt het vrij strakke ritme op van de horizontale muurbanden en cordons en de gevelhoge lisenen en getoogde spaarvelden waarin de omlijste rondboogvormige bovenvensters zijn opgevat als tweelichten met gelijnde deelpilasters, uitgezonderd in de smalle hoektravee met winkeltoegang en uiterst rechtse travee met privé-ingang. Een speels en pittoresk effect hierin vormt de houten accentuering van de hoektravee door een loggia met balustrade, uitgelengde consoles en afdak gecombineerd met een torenlantaarn onder bekronende ingesnoerde spits; verder ook het gekorniste hoofdgestel met tandlijst en geprononceerde kroonlijst al dan niet op gekoppelde kroonlijst en de dakkapellen met drielobversiering in het frontonveld. Het schrijnwerk en de later verbouwde begane grond werden recent vernieuwd; op het oorspronkelijke ontwerp en oude foto's figureren brede rechthoekige vitrines onder bovenlichten versierd met wortelmotieven en overspannende bogen met diamantkoppen.
Nummer 2, in het dakvenster gedateerd 1907 en op het balkon gesigneerd "C. GOEMANS.Ate", telt drie traveeën en is afgedekt door een zadeldak. De neorenaissance uitgewerkte gevel markeert door zijn symmetrische vormgeving met kruisvensters in skeletstructuur, geaccentueerde middentravee met geprononceerd balustradebalkon vóór het deurvenster en topgevelconstructie met volutenbegrenzing en bekronend boogfronton met windvaan voor het dakvenster, verder door zijn stijlkarakteristieke bol- en diamantkopornamenten, boogoverspanningen en ruitmotievendecor in de verdiepte borstweringen. De bovenbouw behield nog zijn origineel schrijnwerk en de begane grond zijn gevelbrede korfbogige puiomlijsting met sluitsteen en gedecoreerde pilasters.
Nummer 3, "IN DE POST", dateert volgens archiefgegevens van 1907. Opgevat in neotraditionele stijl vormt het een vijf (ongelijke) traveeën tellend afgeschuind hoekpand onder leien zadeldak: de hoektravee werd hoger opgetrokken met een torenvormige vierde bouwlaag onder een combinatie van koepeldak en peerspits (leien). Karakteristiek geveluitzicht met horizontaliserende speklagen en cordons ter onderlijning van de registers met twee- of drieledige kruisvensters, kloostervensters in de bovenste bouwlaag en en smal tweelicht in de Jodenstraat. Typerend zijn verder de hoekblokkenomlijstingen en de begrenzende hoekkettingen. Voorts decoratieve sierankers en een attiekvormige gevelbeëindiging waarin pseudo-steigergaten, aan het Margarethaplein onderbroken voor een getrapte topgevel voorzien van luikvensters en een bekronend overhoeks topstuk; gelijkaardige vormgeving voor het kleinere dakvenster aan Jodenstraat. Begane grond met brede rondbogig omlijste caféramen en korfbogig omlijste café-ingang onder gevelplaat met huisnaam.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)