Uit de eerste helft 19de eeuw daterend breedhuis van vier traveeën en brede poorttravee links van 1866 met terugwijkende bovenbouw op in 1858 nieuw gedecreteerde rooilijn: volgens het door J.B. Rentmeesters gesigneerde ontwerp is deze bijkomende travee in feite een gedeeltelijke verbouwing van het eertijds links aanpalende huis.

Drie bouwlagen hoog pand onder zadeldak, met lijstgevel van baksteen - voorheen bepleisterd - met verwerking van zandsteen en blauwe hardsteen en een horizontale geleding door de plint en doorgetrokken lekdrempels. Klassieke opstand met rechthoekige openingen en een rijkere uitwerking voor de poorttravee zie de decoratieve schouderboogvormige omlijstingen - deels verdwenen bij het deurvenster - en detailleringen in het ijzerwerk van poort en balkon en de beëindiging door de gelede kroonlijst met klossen. Gewijzigde (onder meer in 1866) deur- en vensterordonnantie op de begane grond, zie de nog grotendeels behouden zandsteenomlijsting in de voorlaatste travee.

Van 1921 tot 1966 was hier een gekend luxe-schoenmakersbedrijf gevestigd, dat stelselmatig werd uitgebreid met onder meer ateliers en magazijnen in het binnengebied begrensd door het Klein Begijnhof, met incorporatie van de hier in 1881 opgerichte en in 1954 gesloopte voormalige Sint-Gertrudisgang.