In 1937 naar ontwerp van E. Mispelter gebouwde dubbelwoonst, opgetrokken in rode baksteen en beton en ingeplant op een naar de tuin afhellend terrein, met een gedeeltelijk ondergrondse dienstenverdieping en twee bouwlagen onder een plat dak. De gevels met gespiegelde opstanden in modernistische stijl worden gekenmerkt door halfronde erkertraveeën aan de buitenzijde en een smallere deurtravee met een beglaasde deur onder een luifel en balkon met metalen buisreling.

Stijltypisch zijn de bandvensters in de erkers, de patrijspoortvensters met glas in lood (nummer 108), de geometrische diefijzers van de deur en de garagepoort, de geglazuurde keramisch kroonlijsttegels, en de horizontale lijnen van cordons, balkon, luifel, en houten kroonlijst. Voorts fraaie tuinpoortjes met gebogen buizen. Nummer 106 met nog oorspronkelijk metalen schrijnwerk.