In 1922 naar ontwerp van A. Van Arenbergh opgetrokken breedhuizen van drie bouwlagen onder leien mansardedaken, met een smalle deurtravee en risalietvormige venstertraveeën die uitlopen op een voluutbekroning met boogfronton. De gevels in zogenaamde wederopbouwstijl, opgetrokken in baksteen met verwerking van similisteen, worden gekenmerkt door een neobarokke vormentaal, met horizontale en verticale sierbanden, cartouches en festoenen, balusters, frontons, oculi, rolwerk, voluten en sierbollen.
Beide panden werden, samen met het hoekpand aan de Grote Markt en de panden Naamsestraat 8 en 10, intern samengevoegd met respect voor de bestaande gevelordonnanties.
Rechter deel van nummer 4: is in de bovenbouw "ANNO/ 1922" gedateerd en heeft nog zijn oorspronkelijke, hardstenen pui met sierbanden, Franse voegen, spiegelboogvormig venster en rechthoekig uitstalraam. De vensters in de bovenbouw van het risaliet zijn opgevat als kruis- en kloosterkozijnen en zijn daarmee eerder traditioneel van vorm. Het schrijnwerk werd overal vervangen.
Linker deel van nummer 4 (voorheen nummer 6): heeft een grotendeels gewijzigde pui: van de oorspronkelijke, hardstenen puiomlijsting resten enkel de puilijst en een gedeelte van de met Franse voegen versierde rechtstanden. Ook hier werd het schrijnwerk volledig vervangen.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)