Vermoedelijk in het begin van de jaren 1920 opgetrokken breedhuis van drie bouwlagen onder een gemansardeerd zadeldak, met een vier traveeën brede onderbouw en twee traveeën in de bovenbouw. De lijstgevel in 18de-eeuwse, Frans classicistische stijl heeft een eerder gedrongen pui met een hardstenen plint, rechthoekige vensters en een spiegelboogvormige deur, en een bovenbouw die gevormd wordt door een smalle en een brede travee, met een driezijdige erker, een Frans balkon en spiegelboogvormige vensters in de tweede bouwlaag, en een driezijdig balkon en korfboogvensters in de derde bouwlaag. Typerend zijn de in similisteen uitgevoerde deur- en vensterpartijen, de geriemde omlijstingen, de spiegelmotieven en balusters in de borstweringen, de gedecoreerde voluutconsoles onder balkon en kroonlijst, de sierlijk uitgewerkte, smeedijzeren balustrade, en de op de barok geïnspireerde dakkapellen met boogvensters, inzwenkende voluten en bekronend boogfronton.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)