Naar ontwerp van A. Mommaels in 1921 gebouwd breedhuis met drie traveeën en drie bouwlagen onder een leien mansardedak en een in baksteen en similisteen opgetrokken gevel in zogenaamde wederopbouwstijl met neotraditionele inslag. De gevel wordt gekenmerkt door een smalle travee – oorspronkelijk de deurtravee – met pseudo-kloostervensters in de bovenbouw, en door een uit twee traveeën samengesteld risaliet met op de begane grond een korfboogvormig uitstalraam, kruisvensters in de bovenbouw en een bekronend dakvenster dat uitgewerkt is als een in- en uitzwenkende geveltop met jaarsteen "1921" onder een boogfronton. Voorts typerende boogfries onder de daklijst en gestileerde, neorenaissance-getinte wortelmotieven ter hoogte van de geveltop.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)