Hoekhuis met drie traveeën aan de Naamsestraat, één travee aan de Kwade Hollenberg en twee bouwlagen onder een geknikt zadeldak met schild (kunstleien). Het pand is opgetrokken in baksteen met verwerking van zandhoudende kalksteen voor plint, hoekketting, vensteromlijstingen en steigergaten, en heeft een minstens tot de 17de eeuw opklimmende kern, getuige de steile dakhelling en de muurankers met kram en krul. De gevel was vermoedelijk in de 18de eeuw bepleisterd en boven de steigergaten voorzien van een hoge keellijst in stucwerk. Volgens archiefgegevens werd de gevel in 1883 naar ontwerp van A. Decock in neoclassicistische stijl aangepast door toevoeging van geriemde vensteromlijstingen met siersluitsteen, guirlandes, oren en chutes (vermoedelijk in stucwerk), een hoofdgestel met waterlijsten onder een houten kroonlijst op klossen, en een nieuwe dakkapel met frontonbekroning. Deze toestand is nog zichtbaar op foto's van rond 1910 en verschilt van de huidige. De gevel werd inmiddels ontpleisterd, de kroonlijst afgekast of vernieuwd, en de dakkapel vervangen door een dakvenster dat verlaagd werd tot op de hoogte van de steigergaten (zie 18de-eeuwse toestand).

Bepleisterde en verankerde achtergevel.

Nummers 88-94. Rijhuizen uit de 17de en 18de eeuw. Sommige gevels werden door middel van bepleistering en stucversiering volledig aangepast in de loop van de 19de eeuw.