Voor de stadsvesten typerende rijwoningbouw uit de periode 1905-1915 in een sobere eclectische stijl. Breedhuizen van doorgaans twee traveeën, een souterrain en drie bouwlagen onder pannen zadeldaken. De rood bakstenen lijstgevels zijn getypeerd door rechthoekige of getoogde muuropeningen, uitspringende erkers, bow-windows en balkons en zijn veelal contrastrijk versierd met hardstenen plinten en waterlijsten, muurbanden en ontlastingsbogen van witte baksteentjes en aanzet- en sluitstenen in witte natuursteen. Het houten schrijnwerk van vensters, deuren, erkers en kroonlijsten, en het smeedwerk van balustraden en hekwerk, zijn versierd met motieven ontleend aan het classicisme of de jugendstil.
Het nummer 126, een ontwerp van architect J. Piscador uit 1911, is versierd met art-nouveau-elementen: zweepslagmotieven in de aanzetten van de hardstenen druiplijsten boven de ontlastingsbogen.
Het nummer 144 door architect L. Van Geel heeft spiegelboogvensters met gelijkaardige sculptuur in de aanzetstenen.
Het nummer 154, opgetrokken door aannemer/eigenaar J. Boulanger in 1911, onderscheidt zich door rondboogmuuropeningen met waaiers en een jugenstil-getint mozaïektableau in het boogveld van de begane grond.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)