Twee gelijkaardig opgevatte handelspanden van één travee en drie bouwlagen onder een pannen zadeldak, die in 1922 gebouwd werden naar de plannen van V. Rosseels. De lijstgevels worden gekenmerkt door een bovenbouw met een pseudo-erker in de tweede bouwlaag - driezijdig in nummer 31 en gerond in nummer 33 -, en door een drielicht - rechthoekig in nummer 31 en boogvormig in nummer 33 - met een rechthoekig balkon op voluutconsoles en een smeedijzeren balustrade in de derde bouwlaag.

Met uitzondering van de pui van nummer 33 bleef overal het oorspronkelijk schrijnwerk bewaard.

Nummer 31 heeft een eenvoudige pui in een schouderboogvormige omlijsting met een verdiepte deur en een naar het portaal afgerond uitstalraam.