Als één geheel opgevatte rijwoningen die in 1922 werden gebouwd volgens de plannen van L. Corthouts en in totaal vier traveeën en drie bouwlagen tellen onder een gemansardeerd zadeldak. De gevel in neotraditionele stijl, met boogvormige muuropeningen in de eerste bouwlaag en rechthoekige vensters in negblokomlijstingen ter hoogte van de bovenbouw, is sterk horizontaal geleed door de hardstenen plint met afzaat, door muurbanden, doorgetrokken lekdrempels en lateien, en door de ver uitkragende kroonlijst op consoles van similisteen, baksteen en hout. In de derde travee wordt de horizontaliteit doorbroken door een risaliet dat uitloopt op een getrapt dakvenster met schouderstukken en steigergat.
Het naar kruisvensters verwijzende oorspronkelijke schrijnwerk van de bovenbouw bleef bewaard.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 81890 (bouwvergunning 19.06.1922).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)