In 1920 door G. Decock als woonhuis ontworpen breedhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een mansardedak met drie houten dakkapellen. De lijstgevel heeft een volledig in hardsteen uitgewerkte pui met korfboogvormige muuropening, en een bovenbouw in bak- en zandkalksteen waarin een brede middentravee met afgeronde erker en dito balkon. De gestapelde pilasters en spiegels in de boogzwikken van de pui, de pilasters met composietkapitelen die de traveeën van de bovenbouw scheiden, de met zandkalksteen omlijste vensters met balustervormige borstweringen en lateien met festoenen, het schrijnwerk met getoogde regels, en de spiegelfries onder de houten kroonlijst zijn uitgewerkt in een uitgesproken Lodewijk XVI-vormgeving. Het schrijnwerk van de pui werd in 2003 vernieuwd.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 79756 (bouwvergunning 28.06.1920).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)