Breedhuis uit 1920 met drie traveeën en drie bouwlagen onder een mansardedak; penantengevel die op de begane grond voorzien is van een niet oorspronkelijke hardstenen winkelpui met steekboogvormige muuropeningen en in de bovenbouw opengewerkt is door steekboogvormige en rondboogvensters in respectievelijk de tweede en derde bouwlaag. Typerend zijn de gestapelde pilasters - uitlopend op gekoppelde consoles die de kroon- met tandlijst schragen -, de vlakke vensteromlijstingen met decoratieve sluitsteen in similisteen, de muurbanden en cordons, en de middentravee die beklemtoond wordt door het afgerond balkon met balustrade en het dakvenster met gestileerde voluten en dito boogfronton. Twee dakkapellen met frontonbekroning flankeren het dakvenster. Jaarsteen met opschrift "1914-1921" onder het dakvenster. Vernieuwd schrijnwerk.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 79701 (bouwvergunning 07.05.1920).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)