Hoekwoning, gelegen aan de oever van de sinds 1966 overbouwde Dijle, opgevat als een diephuis van drie bouwlagen onder een zadeldak met schild, met drie traveeën aan de Brusselsestraat en vier ongelijke traveeën in de geknikte zijgevel aan het Handbooghof.
De voorgevel werd in 1869 in neoclassicistische stijl verfraaid naar huidig model: een lijstgevel, gecementeerd met schijnvoegen, met rechthoekige vensters in een geriemde omlijsting, in de tweede bouwlaag met doorgetrokken lekdrempels en een hoofdgestel, en in de derde bouwlaag voorzien van een decoratieve sluitsteen, festoenen en oren. Typerend zijn de borstweringen met spiegelmotief en de gietijzeren parapets in de bovenste bouwlaag, de geprofileerde kroonlijst op siermodillons en het centrale balkonvenster dat eertijds toegang gaf tot een gevelbreed balkon met gietijzeren balustrade. 19de-eeuws schrijnwerk en recente dakkapellen.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 16499 (bouwvergunning 12.07.1869).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)