In het begin van de 20ste eeuw opgetrokken rijhuizen van doorgaans twee traveeën en twee bouwlagen onder zadel- of mansardedaken. De veelal eclectische lijstgevels met lage, hardstenen plint worden gekenmerkt door een picturaal spel van lijnen, ontlastingsbogen en decoratieve motieven in witte en/of gesinterde baksteen, deuren met bovenlicht, licht getoogde of rechthoekige vensters met hardstenen lekdrempels en soms versierde sluitsteen.
Nummers 27-29, 33-39, 43, 47-55 met geprofileerde kroonlijst op siermodillons.
Nummer 25 met fraaie, neoclassicistische dakkapel, gekenmerkt door een driehoekige frontonbekroning met tandlijst op een hoofdgestel dat gedragen wordt door uitzwenkende voluten. Vensteromlijsting met diamantkopsluitsteen. Nummers 27-29, 33, 43, 51, 53-55, met al dan niet gemeenschappelijk dakvenster, uitgewerkt als puntgeveltje met topstuk en schouderstukken.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)