Modernistische burgerwoning, in 1934 door V. Broos ontworpen als enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een pannen zadeldak, met aansluitend een garage die in 1953 met twee bouwlagen verhoogd werd. De in bak- en natuursteen opgetrokken gevel wordt getypeerd door gevelhoge hoekpenanten, door de in oorsprong gevelbrede erker die in de derde bouwlaag uitloopt op een balkon met deels opengewerkte balustrade en smeedijzeren borstwering, en door de deuromlijsting die gevormd wordt door twee licht vooruitspringende pijlers met hardstenen basement - links voorzien van voetenschraper -, dito bekroning met bolmotief en smeedwerk, en een hardstenen latei onder het bovenlicht. Met uitzondering van het drielicht in de erker, zijn alle vensters gevat in een omlijsting van witte natuursteen met afgeschuinde dagkanten en afzaat. Oorspronkelijk schrijnwerk van deur en garagepoort.