Klooster van de broeders van Liefde, samengesteld uit drie 18de-eeuwse woningen, namelijk "de Biehal" of de voormalige herenwoning d'Udekem de Chastre (nummer 141A), het aanpalende pand "Grimbergen" (zonder nummer), en "het Schildeken" (nummer 141). Sinds 1862, zorgcentrum voor ouderen dat door de zusters der armen gesticht werd en een onderkomen vond in het pand nummer 141A, door de familie d'Udekem aan de orde geschonken. Algauw volgde de samenvoeging met de aanpalende panden en in 1871 de bouw van de kapel en de belendende kloostervleugels: ze werden haaks op en parallel met de straatvleugels gebouwd en vormen een binnentuin die door een beglaasde verbindingsgang in twee gedeeld is en aan de zijde van de kapel begrensd wordt door een rondboogarcade. Beide binnentuinen zijn met buxushagen en -bollen beplant en worden door een standbeeld overschouwd: een Maria met Kind achter "Grimbergen" en een Heilig Hartbeeld achter "het Schildeken". In 1925 droegen de zusters der armen de werking van het centrum over aan de broeders van Liefde. Heden, naast klooster, ook bezigheidstehuis "Het Roerhuis" (nummer 141A) en studentenhuisvesting (nummer 141).

Nummer 141A: monumentale herenwoning in sobere Lodewijk XVI-stijl, ingeplant op U-vormige plattegrond, in de plint 1781 gedateerd en in 1955 aan de oostelijke zijde uitgebreid met twee traveeën (L. Debruyn). De lijstgevel, volledig in natuursteen opgetrokken, telt twee bouwlagen en had oorspronkelijk een dubbelhuisopstand met vijf traveeën die geleed waren door oplopende pilasters. De gevel wordt gekenmerkt door een hoge zandstenen plint met keldergaten, rechthoekige vensters in een geriemde omlijsting met oren en een trapeziumvormige sluitsteen, en een risalietvormige poorttravee met een steekboogpoort in een geriemde omlijsting met festoen, een door voluten geflankeerd venster, en een driehoekig fronton met oculus boven de tand- en kroonlijst. Gecementeerde achtergevel met korfboogpoort in zandstenen omlijsting en uit 1955 daterende haakse vleugel van acht traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met dakkapellen die voorzien zijn van windborden. Interieur. Salon met 18de-eeuwse stucplafonds, voorzien van keellijsten en rocaillemotieven; 18de-eeuwse traphal met eigentijds lijstwerk en een trap met een fraaie trappaal waarop rocaillemotieven en een cartouche met drie steenbokken.

Zonder nummer: In oorsprong L-vormig breedhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een leien dak met schild. De lijstgevel wordt gekenmerkt door een gecementeerde plint met schijnvoegen en negblokomlijstingen rond de vensters -rechthoekig in de eerste en steekboogvormig in de tweede bouwlaag. Achtergevel met gecementeerde plint, zandstenen puilijst, steigergaten en steekboogvensters die in de oudste traveeën voorzien zijn van een negblokomlijsting. Interieur. Salon met laat 18de-eeuwse wandkasten en recente lambrisering; salon met lambrisering met vierpassen en gestileerde bloem- en plantmotieven; 19de-eeuws salon met marmeren schouw, houten persiennes en lijstwerk.

Nummer 141: monumentaal breedhuis uit het laatste kwart van de 18de eeuw, met zeven traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak met dakkapellen. De lijstgevel in Lodewijk XVI-stijl met zandstenen parement is sterk horizontaal geleed door de plint met keldergaten, de hardstenen lekdrempels op consoles met bloemmotief, de als hoofdgestel uitgewerkte lateien, de cordonlijsten en de houten kroonlijst op klossen. Kenmerkend zijn de geriemd omlijste vensters met vlakke sluitsteen in de eerste en voluutsluitsteen in de tweede bouwlaag, en de risalietvormige poorttravee, gevormd door een rondboogpoort met rocaillesluitsteen, rozetten in de boogzwikken en flankerende pilasters, een balkon op voluutconsoles (verwijderde balustrade), een venster met recent Frans balkon tussen pilasters met verdiepte spiegels, en een houten rondboogvenster met gebogen waterlijst op inzwenkende voluten boven de kroonlijst. Houten poort met recente poortvleugels en rechthoekig bovenlicht in glas en lood, onder een boogveld waarin een steekboogvenster tussen voluten, en een beeltenis van Jozef en Jezus. Achtergevel met zandstenen plint, dito cordonlijsten, rechthoekige vensters met hoek- en negblokken, steigergaten en een hoekketting. Interieur. Pilaster- en paneeldeuren; traphal met rozet-stucwerk en fraaie art-deco-luster.

Kapel in eclectische stijl, met predominante, neoromaanse inslag in scheibogen en muurnissen. Cementtegelvloer met geometrische motieven, houten altaar, muurschilderingen van gestileerde bloem- en bladmotieven in het schip, en medaillons en vierpassen in de apsis. Het doksaal is toegankelijk via een 19de-eeuwse spiltrap in gietijzer.