In opdracht van de zusters franciscanessen van Manage in 1913 opgetrokken rij van zes eclectische enkelhuizen van twee tot drie traveeën en drie bouwlagen onder pannen zadeldak in een spiegelsymmetrische opstand. De lijstgevels, met een volledig gecementeerd parement met pseudo-banden, worden afgelijnd door ruw behouwen hardstenen plinten en houten kroonlijsten op klossen en tandfries en zijn opengewerkt met licht getoogde (nummers 102, 112) en rechthoekige muuropeningen met entablement (nummers 104-110).

Nummers 102 en 112 worden getypeerd door een driezijdige erker in de bovenbouw die uitloopt op een koepel met neobarok oculus.

Nummers 104 en 110 tellen drie traveeën met in de middentravee balkons met buikige en rechthoekige gietijzeren balustrades.

Het nummer 108 heeft een risalietvormige venstertravee, die bekroond wordt door een "1913" gedateerd dakvenster met frontonbekroning, voluten en dakkruis.

Latere verbouwingen deden afbreuk aan de eenheidsarchitectuur, onder meer het wijzigen van de begane grond van nummer 104 en de dakkapellen van nummers 104, 106 en 110.