Hoekpand dat in 1920 door V. Rosseels ontworpen werd als eigen woning met atelier, opgetrokken in baksteen met verwerking van zandhoudende kalksteen en blauwe hardsteen. Het pand telt twee traveeën aan de Tiensestraat, één travee aan de Savoyestraat en drie bouwlagen onder een pannen zadeldak.
Hoewel Rosseels gebruik maakte van een klassieke gevelopbouw - brede venstertraveeën, erkers en balkons, oplopende pilasters en een klokbekroning - vertaalt hij deze op inhouden wijze naar geheel eigentijdse vormen. Zo werd de driezijdige erker geplaatst bóven het pseudo-drielicht met smeedijzeren balkon, terwijl dit in 19de-eeuwse, classicistische architectuur doorgaans omgekeerd is.
De deur met zijlicht aan de Savoyestraat - toegang tot de privé-vertrekken -, het smeedwerk van balkon en diefijzers, en de colonetten van de drielichten in de tweede bouwlaag zijn duidelijk geïnspireerd door de art nouveau. De tandlijsten in de erker, het oculus met geprononceerde druiplijst, de bolbekroning van de pilasters, en het venster met overhoeks schrijnwerk en gestileerde console in de tweede bouwlaag kregen een art deco-vormgeving.
Het oorspronkelijke schrijnwerk van de winkelpui en dat van de vensters in de bovenbouw werd volledig vervangen. Het uitstalraam aan de Savoyestraat werd recentelijk verlaagd.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 79818 (bouwvergunning 05.07.1920).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)