In 1923 door L. Landeloos ontworpen hoekhuis van drie bouwlagen onder een leien mansardedak, met drie traveeën aan de Tiensestraat, vier traveeën aan de Muntstraat en daartussen een afgeschuinde hoek van twee traveeën. Het geheel is opgetrokken in baksteen met versieringen van blauwe hardsteen en similisteen, en wordt gekenmerkt door fraai uitgewerkte gevels in Frans-classicistische stijl -uitkijkend op de Tiensestraat - en een eerder sobere gevel aan de Muntstraat.

De gevels een de Tiensestraat worden gekenmerkt door een typisch Frans-classicistische decoratie: de arcadevormige pui met geprofileerde korfbogen en Franse voegen, de bovenbouw met oplopende pilasters onder composietkapitelen en een hoofdgestel met spiegelfries, vensters met geriemde omlijstingen, siersluitstenen, guirlandes en decoratieve borstweringen, gebogen balkons met schelpvormige basis en smeedijzeren balustrade, en het monumentale dakvenster met boogfronton, festoenen, inzwenkende voluten, en rondboogvensters onder een medaillon met datering "1924".

De eerder sobere gevel aan de Muntstraat heeft een hardstenen plint, speklagen, rechthoekige en steekboogvormige vensters met respectievelijk geriemde omlijstingen en waterlijstjes boven de ontlastingsboog. Uiterst rechts in de gevel zorgt een sierschouw met boogfronton en voluten voor een verticaal accent. Het oorspronkelijk schrijnwerk van de vensters bleef bewaard.