In de gevel "1914-1921" gedateerd enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een kunstleien zadeldak, met een lijstgevel in bak- en similisteen, gekenmerkt door oplopende pilasters die eindigen in een boogfries en de smalle deurtravee scheiden van de brede venstertravee met drielichten.

Typerend zijn de barokke rondboogdeur met oculusvormig bovenlicht en geprofileerde waterlijsten, de rondbogige muuropeningen in negblokomlijsting, de gebogen erker in de tweede bouwlaag, het balkon met balustrade erboven, en het Franse balkon in de derde bouwlaag.

Het door pilasters gescheiden drielicht op de begane grond vervangt een brede, korfboogvormige puiomlijsting en dateert van 1996, toen het pand intern volledig verbouwd werd omwille van de integratie in het scholencomplex van het Sancta Maria-instituut (architect S. Deneef).