is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Reeks burgerhuizen in wederopbouwstijl
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Reeks burgerhuizen in wederopbouwstijl
Deze vaststelling was geldig van tot
Reeks woningen in wederopbouwstijl, gekenmerkt door een eclectische gevelarchitectuur, waarbij vormentaal en ornamentiek op een geïnterpreteerde wijze refereren aan de renaissance, traditionele en/of barokstijlen, met karakteristieke verwerking van contrasterende materialen.
Nummer 44, drie bouwlagen hoog, werd vergund in 1921 en door architect A. Stevens ontworpen met een renaissancistisch geïnspireerde gevelbeëindiging met overstek op decoratief uitgewerkte rondbogen boven het drielicht en een getrapte topgevelconstructie met overhoeks topstuk, en een meer eigentijdse benadering door de compositie met overhoekse erker en balusterleuningen.
Nummer 72, door architect L. Spéder in 1928 ontworpen met twee bouwlagen onder een mansardedak en onder de kroonlijst in een cartouche 1929 gedateerd, valt op door zijn gemengde neorenaissance/neobarokke uitwerking met brede vensterpartij uitlopend in een verhoogde halsgevel met volutenbegrenzing en een markerende loggia met korfboogarcade en balustrade ter hoogte van de tweede bouwlaag. Voorts karakteristieke verwerking van baksteen met witte natuursteen en blauwe hardsteen, boog- en negblokkenomlijstingen. Decoratieve muurankers, behouden mansardevenster en typerend schrijnwerk
Nummers 94 en 96, beide twee bouwlagen hoog onder mansardedak, onderscheiden zich door een meer eigentijdse, bij de art deco aanleunende interpretatie van de historiserende architectuur. In het door architect G. Sterckx in 1926 ontworpen nummer 94 komt dit voornamelijk tot uiting in het metselwerk, de bow window met sierlijk gedetailleerde ijzeren balkonbekroning, de gestileerde afwerking van de topconstructie en het nog bewaarde stijltypische schrijnwerk van deur en vensters. Nummer 96, daterend van 1927 en ontworpen door architect C. Boons, vertoont een ingehouden, meer traditionele vormgeving met rusticasokkel en doorspekt gevelvlak en een risalietpartij met erker en gestileerde tuitgevel, en verder ook schrijnwerk met kleine roedeverdeling.
Nummers 142 en 144 zijn twee ruime wederopbouwpanden die de hoeken met de Dagobertstraat markeren: elk met een souterrain plus drie bouwlagen onder mansardedak en stilistisch geïnspireerd op de traditionele stijl, met typerend contrastrijke verwerking van rode baksteen, witte natuursteen en blauwe hardsteen. Nummer 142, dat werd ontworpen door architect G. Corthouts en in de erker "A°/ 19/ 22" is gedateerd, valt op door zijn compositie met gevarieerde venstervormen: kruis-, klooster-, rechthoekige vensters, vierlicht in de eenlaagse veranda-uitbouw onder hekbekroning, een over twee niveaus doorgetrokken driezijdige erker in de gevel aan de Diestsevest en een oorspronkelijk gelijkaardige doch rotondevormige erker in de afgeschuinde hoektravee, die naderhand echter werd verlaagd tot vitrine. De vermenging van de neotraditionele bouwtrant (zie ook de speklagen, cordons en hoekblokken) met een art deco getinte inbreng komt onder meer tot uiting in het gestileerde decor van de vensterlateien, -omlijstingen en muurdammen in de zijgevel, de afwerking van de hoek- en zijgeveltoppen en in het traliewerk van de deur met zijlicht en de souterrainvensters. In Nummer 144, opgetrokken in 1922 naar ontwerp van architect J. Piscador (voor eigen rekening?), overheerst het horizontale en verticale lijnenspel van de registerindeling met cordongeleding en speklagen boven het belijnde souterrain, de ter hoogte van de tweede bouwlaag op een gestileerde console aanzettende gevelhoge ronde hoekerker met polygonale verhoging - eertijds bekroond door een torenhelm - en in de zijgevel de doorlopende, bovenaan gedecoreerde liseen in combinatie met een getrapte topgevel en in de uiterst rechter travee de overhoekse erker met bekronend dito balkon. Houten kroonlijst op consoles en decoratief art deco traliewerk voor de souterrainvensters en in de rondboogdeur.
Nummer 164, heropgebouwd met drie bouwlagen en een souterrain, vertoont een stijlvol renaissancistisch geïnspireerd gevelfront met parement van witte natuursteen en blauwe hardsteen, een nadrukkelijk horizontale geleding, een risalietvormende brede venstertravee met op de tweede bouwlaag een bow window onder afgeschuinde leien bedaking en bekronend sierlijk balkon. Stijltypische elementen zijn verwerkt in de vormgeving en de decoratie van de overspannende booglijsten van de vensters, de sluit- en kraagstenen, de panelen op de borstweringen en de omlijsting van de deur en het bovenlicht.
Nummer 172, dat in 1916 naar ontwerp van architect E. Leleu werd gebouwd met drie bouwlagen en voorgevel van baksteen met ruime verwerking van blauwe hardsteen, markeert door zijn uitgewerkte venstertravee met driezijdige erker afgezet door een dito ijzeren balkon en aansluitend risaliet met korfbogenfries, uitlopend in een trapgevel. Houten kroonlijst op consoles en bewaard schrijnwerk in de korfboogdeur en -vensters
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Tiensevest
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Reeks burgerhuizen in wederopbouwstijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/206577 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Leuven
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.