Traditioneel breedhuis met dubbelhuisopstand, van twee bouwlagen en vier traveeën onder leien zadeldak, te dateren in de 17de eeuw met aanpassingen in de 18de- 20ste eeuw.

Verankerde bak- en zandsteenbouw met typerende afgeschuinde sokkel, speklagen en voormalige kruiskozijnen in negblokkenomlijsting: op de begane grond met verlaagde bovendorpel en voorzien van houten luiken. Gedichte steigergaten onder de houten kroonlijst; vier in 1928 toegevoegde dakvensters. Deur met bovenlicht gevat in een markante Lodewijk XVI-omlijsting van blauwe hardsteen, daterend uit het laatste kwart van de 18de eeuw: met geprofileerde rechtstanden en booglijst, imposten en neuten, spiegels in de zwikken, stijltypische festoensluitsteen en consoles onder de gedecoreerde rechte druiplijst.

Deels zichtbare wit geschilderde achtergevel met overhoeks tandfries onder de kroonlijst; rechts aandak.