Geheel van drie burgerhuizen die na oorlogsvernielingen in 1920 naar ontwerp van C. Goemans gebouwd werden als breedhuizen van twee traveeën en drie bouwlagen onder pannen zadeldaken, met centraal - in het nrummer 73 - een risalietvormige venstertravee die uitloopt op een dakvenster met voluutbekroning waarin een oculus en jaarstenen "19 / 20". Het bijna symmetrisch geheel in zogenaamde wederopbouwstijl is opgetrokken in baksteen met verwerking van blauwe hardsteen voor plint en cordons en witte natuursteen voor vensteromlijstingen en pseudobanden, en wordt getypeerd door smalle deur- en brede, risalietvormige venstertraveeën, door veelal boogvormige muuropeningen met omlopende waterlijsten en siersluitstenen. Voorts kenmerkend zijn de balkons met giet- en smeedijzeren balustrades, de rechthoekige erker in nummer 73, en de doorlopende, houten kroonlijst op sierconsoles.